Op 3 januari en 26 maart 1944 vindt er hoog bezoek plaats in Hoek van Holland: Generalfeldmarschall Erwin Rommel doet de Hoek aan tijdens zijn inspectiereizen langs de Atlantikwall.
Rommel was beroemd en berucht geworden door zijn optreden tegen de Britten in Noord-Afrika waar hij het bevel had over het Afrikakorps, en werd door zowel de Duitsers als de Britten bewonderd. In mei 1943 verliest hij de slag bij El Alamein waarna hij door Hitler teruggeroepen wordt naar Duitsland. Op 5 november 1943 wordt hij door Hitler aangesteld als inspecteur van de verdedigingswerken aan de kust, van boven in Denemarken tot aan de Middellandse Zee. Rommel gaat hierbij van een generaal met een heel korps onder zijn bevel en die bekend staat om zijn aanvallende bewegingsoorlog, naar een generaal zonder troepen die verantwoordelijk is voor statische verdediging. Hij heeft alleen een staf onder zich van zo’n 200 man, de Heeresgruppe zur Besondere Verwendung.
Twee dagen voor de aanstelling van Rommel had Hitler één van zijn zogenoemde Führerweisungen uitgevaardigd, richtlijnen en bevelen voor militaire operaties, waarin hij stelde dat het niet de vraag was óf de geallieerden een landing op de kust uit zouden voeren, maar wanneer. Hij gaf bevelen om de kust met alle mogelijke middelen zo snel mogelijk te versterken. Het is de taak van Rommel om dit ten uitvoer te brengen, tezamen met het maken van plannen om die invasie af te slaan.
Tussen zijn aanstelling en de Geallieerde landing op de stranden van Normandië op 6 juni 1944 maakt Rommel 26 inspectiereizen; hierbij doet hij tweemaal Nederland en Hoek van Holland aan.
Küstenverteidigungsabschnitte
De Nederlandse kust is onderverdeeld in 3 sectoren, de Küstenverteidigungsabschnitte (K.V.A.).
Voor elk K.V.A. is een divisie van de Wehrmacht verantwoordelijk. In de noordelijke sector, K.V.A. Schagen, is de 347. Infanterie-Division gelegerd. Dit K.V.A. loopt van Terschelling tot Castricum. In de middelste sector, K.V.A. Amsterdam, ligt de 16. Luftwaffe-Feld-Division. Deze sector loopt van IJmuiden tot en met Scheveningen. Daarna komt K.V.A. Dordrecht met de 719. Infanterie Division. Deze sector loopt van Kijkduin tot aan het eiland Walcheren. Landinwaarts ligt de grens grofweg tussen Sliedrecht en Bergen op Zoom. De plaats waar de hoofdkwartieren van de divisie’s zijn gestationeerd geven hun naam aan het K.V.A. De divisie’s vallen onder het LXXXVIII Armeekorps, het 88e Legerkorps.
Eerste bezoek
Op 3 januari bezoekt Rommel de eerste maal Nederland, begeleid door officieren van zijn staf, officieren van de Wehrmachsbefehlshaber in den Niederlanden en drie officieren van het 88e Legerkorps waaronder de kommandant, General der Infanterie Hans-Wolfgang Reinhard. Hierbij worden het K.V.A. Amsterdam en het K.V.A. Dordrecht bezocht.
Zulke bezoeken worden altijd strak geregisseerd, want er moet in korte tijd veel bekeken worden. Om snel een overzicht van de plaatselijke situatie te krijgen, zijn de divisiecommandanten die in hun sector met Rommel meereizen er voor verantwoordelijk dat de juiste overzichtskaarten meegenomen worden. Deze moeten 1:200.000 en 1:50.000 zijn. Om te voorkomen dat de kolonne met officieren zou verdwalen moet er in elk te bezichtigen gebied iemand meerijden die de weg kent. Er moet tevens voor luchtbescherming gezorgd worden.
De divisiecommandant moet aan het begin van het bezoek aan zijn sector een korte uitleg over de inzet van krachten in dat gebied houden. Bij het bezoek aan de stellingen moeten de plaatselijke commandanten klaarstaan om, indien gewenst, kort uitleg te geven.
Dit bliksembezoek begint in de ochtend in Velsen. Rond het middaguur arriveert het gezelschap in het Verteidigungsbereich (V.B.) Hoek van Holland. Oberst Werner Heyden, de plaatsvervangend commandant van de 719e Infanterie Divisie leidt het gezelschap rond. Om tien over half één wordt de Batterie Vineta bezocht. Hier wordt door Heyden in 10 minuten uitleg gegeven over de inzet van de divisie. Daarna geeft de kommandant van het V.B., Oberst Erich Neumann, in 5 minuten uitleg over de krachtenverdeling binnen het V.B. Als laatste komt de kommandant van Vineta, Fregattenkapitän Münzenmaier, kort aan het woord, hij vertelt over de inzet van de artillerie.
Hierna gaat het gezelschap naar het Staelduinse Bos waar het hoofdkwartier van het V.B. Hoek van Holland gesitueerd is, en waar snel, van tien voor twee tot twee uur, een simpele lunch uit de veldkeuken wordt genuttigd. Dan wordt het gezelschap naar de kade gereden waar het overgezet wordt naar de Beer. De Hafenkommandant, Korvettenkapitän Hans Gayer, is hierbij verantwoordelijk voor luchtdoelbescherming. Op de Beer wordt om half drie het Kernwerk bezichtigd, hier geven Oberst Neumann en de kommandant van het 3e Bataljon van het 723e Grenadier Regiment ieder 8 minuten uitleg.
Daarna worden nog enkele stellingen bekeken, in het bijzonder Batterie Rozenburg met haar drie 28 cm kanonnen. Om drie uur wordt Rommel met zijn gevolg teruggereden naar het overzetveer waar hij, eenmaal terug op de noordelijke oever zijn reis vervolgd naar Antwerpen.
Eerste bevindingen
Wat Rommel tijdens zijn eerste inspecties ziet stemt hem niet tevreden. Hij komt tot de conclusie dat de vijand al in zee bij hoog water, en ten laatste op het strand verslagen moet worden, want als het deze lukt om achter het strand te komen dan zal het niet mogelijk zijn om hem nog terug de zee in te drijven.
Dit kan in zijn ogen alleen door meer eenheden direct aan de kust te stationeren en niet beschikbaar te houden in het achterland. Tevens moeten de stranden volgezet worden met versperringen waarop mijnen zijn gemonteerd, in de vorm van tetraëders, Belgische hekken en Tsjechische egels. Ook in de open velden vlak achter de stranden moeten versperringspalen komen zodat daar geen zweefvliegtuigen kunnen landen. Deze palen komen bekend te staan als Rommelasperges. Daarnaast moeten er nóg meer mijnenvelden, versterkingen, tankgrachten, wegversperringen en schijnstellingen gebouwd worden dan er al zijn aangelegd.
Tweede bezoek
Rommel heeft twee weken na zijn eerste bezoek aan Nederland weer een operationeel bevel onder zich gekregen, de Heeresgruppe B, die het bevel krijgt over de kustverdediging van Nederland, België en Noord-Frankrijk tot Bretagne.
Van 23 tot 26 maart bezoekt Rommel nogmaals Nederland. Op de avond voor dit bezoek belegt hij in Utrecht een vergadering met officieren van zijn staf, daarnaast de Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden met enkele officieren, de kommandant van het 88e Legerkorps met diverse officieren en de Admiral in den Niederlanden. Rommel deelt nog eens zijn bevindingen en aanbevelingen van eerdere inspecties.
De officieren vertellen wat zij met deze bevindingen al gedaan hebben. Hierbij wordt opgemerkt dat Hoek van Holland, dat inmiddels een Festung is geworden, rondom volledig voorzien is van mijnenvelden. Zowel de binnenste als buitenste tankgracht zijn voorzien van mijnenvelden aan beide zijden van de gracht.
Op 24 en 25 maart worden de K.V.A.’s Schagen en Amsterdam bezocht, op 26 maart wordt het K.V.A. Dordrecht bezocht. Bij de staf is ook een Kriegsberichter gevoegd, een oorlogsverslaggever in de vorm van een fotograaf. De fotograaf met de achternaam ‘Jesse’ vergezelde Rommel bij meerdere bezoeken aan de Atlantikwall en zou voor deze gelegenheid precies één 35mm fotorolletje volschieten met 39 foto’s. Een deel van deze foto’s worden bij dit artikel op chronologische volgorde geplaatst.
In de instructiebrief die de diverse kommandanten krijgen om het bezoek zo goed mogelijk te doen verlopen, staat te lezen dat Rommel er grote waarde aan hecht om de mijnenvelden langs de stranden te zien te krijgen, evenals de strandversperringen, inundaties en de bezetting van de landfronten.
Bij het bezoek moeten alle eenheden in gevechtsklare toestand bij hun wapens staan. Hiervan uitgezonderd zijn eenheden die ingedeeld zijn voor werk aan de stellingen, dit moet gewoon doorgaan.
De wegen waarover Rommel en zijn gevolg rijden moeten afgezet zijn en ook nu is de divisiecommandant er voor verantwoordelijk dat het gezelschap zonder enig oponthoud op de te bezoeken plaatsen komt en dat daar alles geregeld is.
Nadat het gevolg door de divisiecommandant om 08.00u in Rotterdam is opgehaald, gaan ze via Loosduinen richting Hoek van Holland. Van 09.10u tot 10.00u wordt Stützpunkt I bij Ter Heijde bezocht, alwaar strandversperringen worden bekeken. De divisiekommandant vertelt hierbij over de werkzaamheden aan de versterkingen en de plannen hieromtrent.
Om 10.25u bezoeken ze Widerstandsnest 51. In dit W.n., dat gelegen is langs de Noordlandseweg, is een bataljonshoofdkwartier van de landmacht gevestigd. Hier zijn 10 zware bunkers gebouwd, waarvan een groot deel is gecamoufleerd als woonhuis. Het bezoek duurt 25 minuten waarbij het Landfront bekeken wordt, terwijl Festungkommandant Oberst Erich Neumann kort uitleg hierover geeft. Hij vertelt tevens dat er sinds januari 140.000 mijnen gelegd zijn.
Om 10 voor 11 gaat de reis van de haven van Hoek van Holland, waar men ter hoogte van de Sperre aan de ’s-Gravenzandseweg afwijkt van het programma. Er wordt tijd gemaakt om de binnenste tankgracht en Widerstandsnest 42 te bekijken. Getuige van deze onverwachte stop is 23e jarige Kees van der Hoeven uit ‘s-Gravenzande die als dwangarbeider is tewerkgesteld in Hoek van Holland. Kees is die ochtend met een groep arbeiders loopgraven aan het versterken en ziet ineens hoog bezoek de loopgraaf benaderen.
“Aan de Nieuwlandse Dijk moest ik in de loopgraven werken. Paaltjes eruit, graszoden erin. Ze waren bang voor fosfor bommen en dan kon het hout branden. Toen zegt een Duitser: ‘alles moet netjes wezen, want Veldmaarschalk Rommel komt’. Nou, die liep 3 meter langs me heen. Leren jas aan, statig met dat stokkie, samen met een groepje hoge officieren. Wij mochten gewoon blijven staan. En ik had nog een mooie schop in mijn handen, daarmee had ik hem zo de hersens in kunnen slaan…”
Kees van der Hoeven in 2005
Na deze ongeplande stop wordt doorgereden naar de Berghaven, waar de Hafenkommandant, Korvettenkapitän Hans Gayer uitleg geeft over de mijnversperring in de Nieuwe Waterweg, waarna het gezelschap overgezet wordt naar eiland De Beer. Ook nu wordt het Kernwerk bezocht, dit duurt drie kwartier van 11.20u tot 12.05u.
Hierna rijdt de delegatie in 20 minuten naar de zuidelijkste punt van De Beer om Stützpunkt XIV te bezoeken. Hier gaat extra aandacht uit naar de uitgestrekte mijnenvelden die hier in de duinen zijn aangelegd. Het bezoek aan dit steunpunt komt opvallend genoeg niet voor op het fotorolletje van fotograaf Jesse. Gelukkig doken in 2023 de onderstaande foto’s op in het fotoalbum van een soldaat uit dit steunpunt.
Vervolgens wordt een bezoek gebracht aan Batterie Rozenburg. Het gezelschap betreedt het dak van een van de drie geschutsbunkers en Rommel bekijkt de geschutskoepel van binnen.
Van 13.00u tot 14.00u wordt er een maaltijd uit de veldkeuken genuttigd in het Wehrmachtheim De Beer. In de middag worden nog Brielle, Dordrecht, de Moerdijkbruggen en andere plaatsen bezocht, waarna dit driedaagse bezoek eindigt in Breda.
Bevindingen
Op 30 maart ontvangt de commandant van het 88e Legerkorps Rommels bevindingen van het bezoek. Hij hamert er nogmaals op de vijand in de zee, bij vloed al te verslaan. Er moeten zoveel mogelijk wapens langs het strand komen en er moeten nog meer reservetroepen vlakbij de kust gestationeerd worden. Het moet voor luchtlandingstroepen onmogelijk zijn om de landfronten van de Festungen, steunpunten en stellingen in te nemen.
Er komt een nieuw algemeen landfront, dat voor onze regio achter Leiden, via Voorburg, Rijswijk en Delft naar Overschie loopt. Gebieden worden onder water gezet, zoals bij Maassluis en een strook westelijk van de Zweth. Overal komen luchtlandingshindernissen in de weilanden. Hierdoor worden grote stukken land onbruikbaar voor landbouw en veeteelt. Er vinden nog meer evacuaties plaats, duizenden burgers worden gedwongen om aan de verdedigingen te werken.
Op 6 juni 1944 vindt in Normandië de Geallieerde invasie plaats, daar waar men het niet verwachtte. Hitler denkt in eerste instantie dat het een afleidingsmanoeuvre is. In de avonduren van deze dag is er al een bruggenhoofd gecreëerd door de invasietroepen. Wat Rommel vreesde, gebeurt: de vijand is niet meer terug de zee in te drijven.
Op 20 juli 1944 vindt er een aanslag plaats op het leven van Hitler. Hij overleeft het, maar Rommel wordt geïmpliceerd als medeplichtige. Rommel krijgt de keuze: zelfmoord plegen en met alle militaire eer begraven worden, of gearresteerd worden en bij het proces waarschijnlijk toch ter dood veroordeeld worden, waarbij verdere gevolgen voor zijn familie niet uit zouden blijven. Hij kiest voor het eerste en sterft op 14 oktober 1944 door het innemen van een cyaankali pil.
Geraadpleegde bronnen en archieven:
Atlantikwall in Kaart, bunkers en bezetting in Zuid-Holland, Arthur van Beveren en Jeroen Rijpsma
Erwin Rommel, Veldmaarschalk of Nazi? Maurice Philip Remy
Festung Hoek van Holland, een parel van de Atlantikwall aan de Nieuwe Waterweg 1942-1945, Hans Sakkers
Bundesarchiv-Militärarchiv Freiburg:
Kriegstagebucher LXXXVIII Armeekorps, RH 24-88/84 en RH 24-88/86
Met dank aan Peter Heijkoop voor identificatie van personen op de foto’s van fotograaf Jesse