Jaarlijks wordt op 14 mei het verwoestende bombardement op Rotterdam herdacht. De binnenstad brandde uit, zo’n 900 mensen vonden de dood.

Wat velen niet weten, is dat er in Hoek van Holland ook een bombardement op deze dag plaatsvond, waarbij ook panden verwoest werden en mensen omkwamen. Dit bombardement stond geheel los van het grote in Rotterdam; hier kwam het doordat Duitse vliegtuigen probeerden de diverse Britse schepen aan de kade en de Nederlandse en Britse stellingen bij Hotel Amerika te bombarderen. Op 13 mei waren Irish en Welsh Guards gearriveerd die de opdracht hadden om naar Den Haag op te trekken, daar de orde te herstellen en de regering en Engels ambassadepersoneel veilig weg te krijgen. Het gelukte hen echter niet om de Hoek uit te komen, waarna ze hun hoofdkwartier in Hotel Amerika vestigden. Troepen groeven zich voor het hotel in.
Tevens probeerden de Heinkels de kanonnen die langs de Waterweg stonden opgesteld en op het Staelduinse bos schoten, waar Duitse parachutisten en luchtlandingstroepen zaten, uit te schakelen. Nadat er al meerdere malen bommen op de Harwichkade en op Vianda bij de Slachthuisweg waren gevallen, besloot men in de ochtend van 14 mei de Nieuwe Hoek te evacueren. De Oude Hoek was de avond ervoor al geëvacueerd.

Terwijl de mensen om omstreeks 10.00 uur in colonne via de Prins Hendrikstraat en de Langeweg de Hoek uitliepen op weg naar ‘s-Gravenzande en Naaldwijk, klonk er luchtalarm. Bommenwerpers van het 30e Kampfgeschwader wierpen brisantbommen uit. Dit waren bommen die bij de minste aanraking uit elkaar spatten en kleine ijzeren deeltjes in het rond deden vliegen. De mensen wierpen zich op de grond terwijl de bommen en scherven ze om de oren vlogen.

Op deze foto, gemaakt vanaf één van de Britse schepen aan de kade op het moment van het bombardement, zijn rookkolommen te zien waar zojuist de bommen zijn gevallen. In het midden van de foto zijn de daken van de huidige café’s ‘Prins Hendrik’ en ‘Harwich’ en het woonhuis van de stallen van van Vugt zichtbaar. De rechter rookkolom is van de bom in de Paardenstraat.

Dirk van den Burg beschrijft in zijn boek ‘Alarm’ hoe het er aan toe ging in de stoet evacué’s:

“Plots begint de sirene op het dak van het postkantoor weer te loeien. Door merg en been gaat dat geluid. […] Paniekerig zoeken de angstige burgers dekking langs de gevel van de huizen. […] Fluitend komen de helse bommen omlaag, dood en verderf zaaiend.’ Hij zag doden en gewonden toen ze weer verder liepen. Er was een bom op de rij huizen naast Hotel Amerika gevallen waardoor er brand uitbrak: “Een waar slagveld is het daar op dat kruispunt, het stinkt naar kruit en brand, donkere rookwolken stijgen op uit de brandende huizen.”

In de stallen van van Vugt kwamen Piet en Freek van Ooijen om door een bom die in de Paardenstraat was gevallen. Piet werkte daar in de keuken van de Hollandse soldaten, Freek was door zijn moeder naar Piet gestuurd om hem te vertellen dat ze gingen evacueren.

In de Prins Hendrikstraat raakt de moeder van het Joodse gezin van der Sluis, Hendrijntje, zwaar gewond. Zij overleed later die dag in een ziekenhuis in Den Haag. Ze liet een man en 4 kinderen achter. Op 19 mei werd zij op de Joodse Begraafplaats De Persijnhof in Wassenaar begraven. Haar gezin werd in 1942 weggevoerd naar Auschwitz, waar zij allen omkwamen.

Ook de in Suriname geboren Constantijn Jansen kwam om het leven, evenals de 10-jarige Rinus Bijl.

In de Prins Hendrikstraat viel een bom naast het postkantoor waarbij de soldaat Michiel Vercouteren van Batterij VI omkwam (hij ligt op de Algemene Begraafplaats hier).


Britse Brenschutters schoten op de laag overkomende vliegtuigen, zonder resultaat. Er viel zoals gezegd een bom op het dak van Hotel Amerika en één op het huis ernaast. Hierbij kwamen 4 Irish Guards om: Thomas Bolger, John Stewart, Thomas Murphy en George Stewart. De eerste drie liggen in Hoek van Holland, de laatste in ‘s-Gravenzande. Dit komt doordat men hem zwaargewond langs de weg vond en naar het ziekenhuis in Den Haag wilde vervoeren, maar in ‘s-Gravenzande bleek dat hij overleden was.

Overste Haydon, de bataljonscommandant van de Guards, bevond zich tijdens het bombardement in Hotel Amerika voor een bespreking. Hieronder een samenvatting van zijn verslag:

“[de aanval] bestond uit drie vluchten met een pauze van plusminus 10 minuten tussen elke aanval. Zodra de bommenwerpers verdwenen waren en het geluid van van vallend glas en puin was verstomd, haastten de officieren zich naar de schuilkelder net buiten de deur. Er waren twee schuilplaatsen, een werd bezet door schrijvers van het bataljonshoofdkwartier en de andere door de Eerste Hulppost. Nu haastten ook de onfortuinlijke burgers zich naar binnen. De bommenwerpers keerden terug en plaatsten een directe treffer op de schuilplaats van de Eerste Hulppost. De bom penetreerde niet, maar een deel van de schuilplaats stortte in bij de explosie. Guardsman Kiely, de gewondenverzorger, lukte het door zijn laconieke houding de burgers te kalmeren. “

Vandaag de dag zijn de inslagen nog te zien in de zwarte marmeren platen rondom het raam en de deur aan de voorkant van het Hotel.

Er brak brand uit in de rij huizen vanaf Hotel Amerika naar de hoek met de 1e Scheepvaartstraat alsook in de 1e Scheepvaartstraat. De vrijwillige brandweer, met behulp van de brandweer van ’s-Gravenzande, lukte het niet de brand te blussen. Ook de brandweer van Honselersdijk en Monster kwamen die avond helpen. Desondanks brandden de panden uit.

De hoek van de 1e Scheepvaartstraat met de Rietdijkstraat. In het hoekpand was bakker Langelaan gevestigd, die na 2 jaar een nieuw pand neer kan laten zetten.

Bronnen:
Oorlog rond Hoek van Holland, 10-20 mei 1940 – Hans Onderwater, Dirk Ruis, Piet van Noort, Roland Blokland
Alarm – Dirk van den Burg

https://oorlogsgravenstichting.nl

Deel dit artikel