Het eerste en laatste luchtgevecht van Thomas Lowry


De Britse mariniers.

Op zondag 12 mei 1940 te 05.15 uur lopen de Britse torpedobootjagers HMS Verity en Venomous, met aan boord 200 Britse mariniers, de monding van de Nieuwe Waterweg binnen. Zij worden geëscorteerd door de torpedobootjager HMS Wild Swan terwijl er drie Blenheim bommenwerpers boven hen vlogen. Nadat de schepen zijn afgemeerd aan de Harwichkade begint men direct met de ontscheping van de mariniers. Eén peloton mariniers beveiligde de kade terwijl de anderen de voorraden gingen lossen. Kort na de landing werden de Britten onder vuur genomen door een aantal Messerschmitt 110 bommenwerpers. Er ontwikkelt zich een luchtgevecht tussen de Messerschmitt-s en Blenheims. Tijdens dit luchtgevecht worden er een een Blenheim en een Messerschmitt neergeschoten. Inmiddels koos de Wild Swan weer zee, ook zij wordt aangevallen door de Duitse bommenwerpers. Hierbij raakt het oorlogsschip licht beschadigd.

Direct na het ontschepen gaat majoor Mitchell, de commandant van de Britse mariniers in overleg met de Positie-commandant Hoek van Holland, Overste van Leeuwen. Hierna beveiligt hij, conform zijn orders, samen met de Nederlandse soldaten en mariniers, de Harwichkade. Majoor Mitchell kiest voor zijn hoofdkwartier en verbindingscentrum een ruimte in het spoorwegstation Hoek van Holland-Haven. De Britse soldaten zijn in het bezit van een radiostation voor het contact met Engeland. De positiecommandant voegt de Nederlandse Luitenant Von Pohlreich toe als verbindingsofficier.

De Blenheims.

Op 12 mei 1940 om 05.00 uur stijgen drie Bristol-Blenheim IVF jagers van No.235 Squadron op van het vliegveld Bircham Newton in Engeland. Hun taak is het beschermen van de in Hoek van Holland gelande mariniers en de verwachte evacuatie van Koningin Wilhelmina.

Blenheim Mk IV Lowry 1

Bristol-Blenheim IV

Boven Hoek van Holland zullen drie Britse Hurricanes zich vanuit Frankrijk bij de Blenheims voegen om de langzame bommenwerpers dekking te geven. Samen met de Blenheims zullen zij boven Hoek van Holland cirkelen om zo het ontschepen van de Britse mariniers te beschermen tegen Duitse vliegtuigen.

De jagers komen boven Hoek van Holland met nagenoeg lege brandstof tanks en keren direct weer terug naar Frankrijk. Rond 06.00 uur beginnen de drie eenzame Blenheims aan hun opdracht. Omstreeks 07.00 uur verschijnen er Duitse Messerschmitt Bf110 jagers boven Hoek van Holland die het gevecht met de oude Blenheims aangaan. Kort daarna worden de Blenheims ook nog door vijf Duitse Bf109 jagers van II/JG27[1] aangevallen. Deze toestellen hebben net een patrouille uitgevoerd boven het vliegveld Waalhaven.

Pilot/Operator Norman Savill in de Blenheim L9189 kan een Duitse jager Bf110 neerhalen en Pilot/Operator “Pissy” Peacock een Duitse jager Bf 109 die tussen Hoek van Holland en Den Haag crasht. Voor de Britten is de overmacht echter te groot terwijl de langzame Blenheims geen partij zijn voor de snelle en wendbare Duitse jagers.

Messerschmidt BF 109 Lowry 2Messerschmitt BF 109.

Peacock ziet nu hoe de Blenheim L9324. code QY-P van Pilot/Operator Smit, 25 jaar oud, na een aanval door een Bf-109 jager in moeilijkheden komt. Zijn rechter motor vliegt in brand en het toestel moet met ingetrokken landingsgestel een buiklanding maken in de Nieuwlandse Polder ten zuiden van het Staelduinsebos. Hij komt neer vlak bij twee, op 10 mei in de polder gelandde Junker 52 transportvliegtuigen.

De hele bemanning van de L9324 komt om het leven. Boordschutter Lowry is al dood voor het toestel de grond raakt. Hij sneuvelde tijdens het luchtgevecht. De twee overige bemanningsleden overlijden korte tijd later. Een van hen zou naar verteld werd: “stervend en met open parachute naast zijn toestel zijn gevonden”. Men brengt hem nog naar het ziekenhuis in Den Haag waar hij sterft. Het is Smit, de piloot van de Blenheim. en wordt om die reden in Den Haag op de Algemene begraafplaats Westduin begraven.

De twee eerder gesneuvelde leden van de crew, Sergeant-waarnemer Robertson 20 jaar oud en Air gunner under training[2] Thomas Lowry 17 jaar oud worden op 12 mei 1940 naast de resten van hun neergestorte vliegtuig, de Blenheim IVF L9324, QY-P in een veldgraf begraven. Op 28 mei 1940 worden Robertson en Lowry weer opgegraven uit hun veldgraf en overgebracht naar de Algemene Begraafplaats van Hoek van Holland waar zij door de Duitsers met militaire eer worden herbegraven.

Thomas Lowry is, voor zover bekend, het jongste lid van de Royal Air Force dat tijdens de oorlog in Nederland sneuvelde. Waarschijnlijk was dit zijn eerste operationele vlucht.

De volledige gegevens van de bemanningsleden van de Blenheim IVF L9324, QY-P zijn:

  1. Piloot: P/O Norman Alastair Lloyd Smith, 40950 RAF, No. 235(F) Squadron, leeftijd 25 jaar, zoon van Frederick Charles en Elsie Smith, van Cambridge, BSc(Hons) London. (Alg. Begr. Westduin graf 3/47).
  2. Observer: Sgt John Conacher Robertson, 749443 RAFVR, No.235 (F) Squadron, leeftijd 20 jaar, zoon van Andrew en Davina Robertson, van Perth (graf HvH F/1).
  3. Air Gunner (Under Training): LAC Thomas Joseph Lowry, 55325, RAF, No.235(F) Squadron, 17 jaar, zoon van Martin en Anne Josephine Lowry van Chiswick, Middlesex (graf HvH F/57)

 

Lowry + Robertson Graven van Lowry (17 jr) en Robertson (20 jr)

Het tweede toestel de Blenheim L9189, QY-O van P/O Savell wordt tijdens het luchtgevecht doorzeefd met mitrailleur kogels. De Sergeant-waarnemer Henry Sunderland, 23 jaar oud, en de Air gunner Roy Harry Tyler, 19 jaar oud, worden gedood. Het vliegtuig stort brandend neer in een stuk land aan de Kloosterweg te Oostvoorne waardoor een gat ontstaat. Het gat wordt dicht gegooid met zand zodat de twee bemanningsleden met hun vliegtuig worden begraven. De Blenheim en de stoffelijke overschotten van Sunderland en Tyler worden een maand later geborgen. De twee bemanningsleden worden te Oostvoorne begraven. P/O Norman Savell ziet kans om met hulp van zijn parachute de grond te bereiken. Hij landt bij de Kloosterweg te Oostvoorne. Enkele Nederlandse soldaten treffen hem aan en nemen hem mee. Zij zijn woedend op hem omdat zij hem aanvankelijk voor een Duitser houden. Nadat Savell hen met veel moeite weet te overtuigen van het feit dat hij een Engelsman is brengen zij hem met spoed naar het ziekenhuis in Vlaardingen. Waar hij met een gecompliceerde beenbreuk en brandwonden wordtopgenomen. Hij verblijft negen maanden in het ziekenhuis. Dan zijn de brandwonden pas genezen. De Duitsers stellen hem al die tijd onder bewaking en brengen hem vanuit het ziekenhuis naar een krijgsgevangenkamp. Hij wordt vier jaar lang opgesloten in kamp Stalag Luft III in Duitsland.

Flying Officer Peacock ziet kans om met zijn vliegtuig terug te keren naar Engeland waar hij met zijn bemanning die dag om 09.10 uur veilig op vliegveld Birchham Newton landt.

Zij gaven hun leven voor onze vrijheid. Laten wij die vrijheid koesteren en bewaken.

De Blenheim MK.IV. was een bommenwerper in jager uitvoering. Dat wil zeggen dat het toestel bewapend was met vier Browning machinegeweren in een box onder de romp en één in de bakboordvleugel. Verder een “K” machinegeweer in een koepel achter op de romp. Dit machinegeweer werkte op samengeperste lucht.

[1] 2e Staffel, Jagtgeschwader 27.

[2] Boordschutter in opleiding.

Bronnen:

Boek ‘Oorlog rond Hoek van Holland, 10 – 20 mei 1940’, H. Onderwater, D. Ruis, P v.Noort en R. Blok van de Historische werkgroep Nederlands Kustverdedigings-museum “Fort aan den Hoek van Holland”.

Dokumentatie archief St. “Fort a/d Hoek van Holland”.

Foto’s: Google afbeeldingen en archief St. Fort a/d Hoek van Holland.

D. Ruis, © Werkgroep historisch onderzoek St. Fort a/d Hoek van Holland.

 

 

 

 

 

 

 

 

 


WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com