Hoekse politiebureau’s (deel 1)


Nadat op 1 januari 1914, Hoek van Holland, een strook land langs de Nieuwe Waterweg en Poortershaven, gemeente Naaldwijk zijn geannexeerd door Rotterdam en C.F. Jas is aangesteld als hoogste ambtenaar in de rang van Commissaris der gemeente Rotterdam te Hoek van Holland wordt hij geconfronteerd met een aantal zaken. Zo moet hij het burgerlijk bestuur ter plaatse organiseren evenals de brandweer en de vuilnisophaaldienst. Ook het ontbreken van een deugdelijk politieapparaat moet hij oplossen. Jas is namelijk ook onbezoldigd ambtenaar van gemeente- en rijkspolitie en als zodanig verantwoording verschuldigd aan de Hoofdcommissaris van politie te Rotterdam.De gemeenteveldwachter van ’s-Gravenzande, Jan de Haan, is slechts voor een overgangs-periode van 1 maand aangesteld. Commissaris Jas verzoekt nu de hoofdcommissaris om twee politieagenten 2e klasse voor de tijd van 1 jaar in de Hoek te plaatsen. Deze agenten moeten in Hoek van Holland gaan wonen ook moeten zij, in verband met de uitgestrektheid van het gebied, kunnen “fietsryden”. Er zijn twee woningen beschikbaar voor een huur van f 2,50 en f 2,75 per week. Op 1 februari 1914 arriveren er twee agenten 2e klasse te Hoek van Holland. Dat zijn J.J. Hoornweg en J. Mensing. Zij kregen een salaris (wedde) van f 16,05 en f 15,10 per week.

Hulpsecretarie annex politiepost 1914. (foto hulpsecretarie: archief HGHvH/H.C. v.Nieuwkerk)

Ook beschikt Hoek van Holland nog niet over een politiebureau. Beide politiemensen gaan hun werk doen vanuit een pand aan de Prins Hendrikstraat 217. Dit pand wordt gehuurd door Rotterdam en ingericht als hulpsecretarie zodat de inwoners van Hoek van Holland voor hun zaken niet naar Rotterdam hoeven te reizen. Het dorp telt dan ongeveer 2700 inwoners. De gemeente ’s-Gravenzande biedt aan om tijdelijk de arrestanten van de politie onder te brengen.

Op 2 juli 1914 verzoekt commissaris Jas aan het college van B & W te Rotterdam om toestemming voor de bouw van een arrestanten lokaal met een agentenwoning. De agent die in deze woning gaat wonen moet over de arrestanten waken en hen tegen betaling van voeding voorzien.

Het project blijkt echter te duur. Het kost f 8800,, hierop trekt Jas zijn verzoek in. Er moet echter wel een politieposthuis komen. De beste plaats hiervoor zou op de Oude Hoek, bij het fort zijn. Deze plaats ligt centraal tussen de beide gedeelten van de Hoek, genaamd ‘Oude- en Nieuwe Hoek’.

Deze locatie levert een probleem op omdat deze gelegen is binnen de tweede verboden kring van het fort. Rond het fort geldt de Kringenwet. Binnen de tweede kring mogen geen stenen bouwsels worden neergezet, alleen in hout met toestemming van het Ministerie van Oorlog.

Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vindt op 1 augustus 1914 de algemene mobilisatie plaats van het Nederlandse leger. Dat brengt veel drukte mee voor Hoek van Holland. Alle dienstplichtige militairen moeten met spoed opkomen. Het fort wordt op volle sterkte bemand en het garnizoen in de Hoek wordt op volle oorlogssterkte gebracht. In de loodsen van de Holland America Lijn worden soldaten ondergebracht. Ook komen er soldaten van de Kustwacht en manschappen en schepen van de marine naar het dorp. Een groot deel van deze soldaten worden met treinen en de Westlandse stoomtram aangevoerd. Hierdoor wordt de normale treinenloop tussen Rotterdam en Hoek van Holland verstoord.

Al deze drukte bracht ook meer werk voor de politie met zich mee. Het Hoekse politiekorps wordt daarom uitgebreid met een agent 2e klasse.

In oktober 1914 komt een nieuw plan op tafel. Men wil een politiebureau bouwen met een woning in combinatie met een openbare lagere school. Dit complex moet op de ‘Nieuwe Hoek’ aan de Scheepvaartstraat worden gebouwd. Ook dit plan verdwijnt in de prullenbak. De school wordt echter wel gebouwd.

26 februari 1915, het plan om een politieposthuis te bouwen op de “Oude Hoek”, nabij het fort wordt weer opgepakt. De nodige vergunningen worden aangevraagd. Bij het Ministerie van Oor­log, omdat het gebouwtje binnen de verboden kringen van het fort kwam te liggen, en bij het Ministerie van Waterstaat omdat deze eigenaar van de grond is. Nadat de vergunningen zijn verkre­gen komt er een inschrijving van Hoekse aanne­mers voor de bouw. Op 22 maart 1915 schrijven een aantal aanne­mers in, waarna de bouw van het politieposthuis wordt gegund aan de Hoekse aannemer M.B. Bénard voor 2388 gulden. Het politie­posthuis zal worden gebouwd aan de ‘s-Gravenzandse­weg op een pleintje, aan alle kanten omgeven door de openbare weg, op het terrein van de Holland­sche IJzeren Spoorweg (H.IJ.S.M.) bij het eindpunt van de spoorlijn Rotterdam – Hoek van Holland.

19.
politiepost station Strand. 1915-1940

Het posthuis moet er als volgt uit komen zien; “een houten gebouwtje, 7.60 m. lang en 4.20 m. breed, voorzien van twee kamertjes, elk 3.90 m. x 3.90 m een privaat (met tonnenstelsel) een bedstee en een portaal”. In het posthuis zijn geen cellen aanwezig. Arrestanten moeten per trein naar Rotterdam worden gebracht, waar zij worden ingesloten in de arrestantenafdeling van het hoofdbureau. Eind 1915 is het politieposthuis klaar en kan de Hoekse politie het gebouwtje, op de hoek   ’s-Gravenzandseweg – Stationsweg, bij station Strand betrekken

foto hulpsecretarie H.C. v.Nieuwkerk/archief HGHvH
foto politiepost Station Strand: C.M. Nieuwland †

Wordt vervolgt.

 

 

 

 

WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com