Hendrik van der Laan
Door Madelein van Baalen
Hendrik van der Laan werd geboren in Tolbert, Westerkwartier, Groningen op 24 oktober 1900. Hij was derde kind in een gezin van elf kinderen. Vader was vervener en daarna boer op de zandgrond die hij door het vervenen verworven had van de overheid. Hendriks oudere broer Jan zou de kleine boerderij overnemen. Hendrik werd als jongen van veertien uitbesteed aan een grote kleiboer, o.a. in Grijpskerk.
Hendrik begreep dat hij zo niet vooruitkwam in het leven en besloot, in navolging van twee neven, te emigreren naar Iowa, de Verenigde Staten in april 1923. Hij vertrok met de SS Nieuw Amsterdam naar New York en reisde per trein naar Iowa.
Na drie jaar van hard werken als inwonend landarbeider voor een Nederlandse boer betrok hij een pachtboerderij. Dus zocht hij naar een vrouw in Nederland, door middel van een contactadvertentie in De Boerderij.
Magdalena Martina de Bruin, woonachtig op de Prins Hendrikstraat 27, reageerde. Najaar 1926 kwam Hendrik over en bezocht eerst Hoek van Holland voordat hij doorreisde naar zijn ouders in Groningen.
Op 16 februari 1927 zijn Henk en Lena getrouwd in Hoek van Holland en vertrokken zij naar Sheldon, Iowa.
Echter, Lena had het heel slecht naar haar zin in Amerika. Zij kende nauwelijks Engels en mensen in haar naaste omgeving spraken geen Nederlands. Daarnaast was zij zwanger. Zij heeft net zo lang geklaagd totdat Henk zijn Amerikaanse Droom opgaf en alles wat hij opgebouwd had verkocht, ook zijn geliefde T-Ford.

Later vertelde Hendrik dat hij zijn bedrijf voor een appel en een ei had moeten verkopen want “Iedereen wist dat Henry van der Laan terugging naar Holland.”
In Hoek van Holland aangekomen op 27 september 1927 trokken Henk en Lena in bij zijn schoonvader Cees de Bruin op het oude adres van Lena: Prins Hendrikstraat 27. Op 7 oktober 1927 werd daar hun eerste kindje geboren, Tiny van der Laan. Er volgden later nog twee meisjes, Jopie, 1929, en Coby, 1937.
Henk ging werken voor zijn schoonvader als boer op ’t Stort, waar na de oorlog boer Qualm woonde met zijn gezin. Hij kreeg nooit vergunning daar te wonen, dus kochten hij en zijn vrouw een huis aan de Tweede Scheepvaartstraat 651.
In de Crisis kreeg Henk zo weinig geld voor zijn melk dat hij een vergunning aanvroeg en melk ging venten op zijn transportfiets. Hij nam bestellingen op voor eieren die Tiny later over de hele Hoek moest bezorgen.
In de oorlog mocht het gezin Van der Laan in Hoek van Holland blijven wonen ook al was het ‘Sperrgebiet’, juist omdat Henk veeboer was. Om schootsveld te bieden aan de grote bunkers die stonden waar nu Plan Oost is werden de huizen van het Tweede Zandwerk op bevel van de Duitse bezetter gesloopt. Op 30 september 1943 werden Henk en zijn gezin geëvacueerd naar de Achterhaak 57 (nu Haakpad) en trokken in het huis van de familie Van der Wijden.
Noodlottig ongeval
Na D-day, 6 juni 1944, schoof het Geallieerde front op naar het noorden en begin oktober was het 266e Rhodesische Squadron van de RAF verhuisd naar Antwerpen. Daar kreeg squadron leader Barney Wright de opdracht om op 2 oktober rijnaken uit het water te schieten.
Eenmaal aangekomen ten oosten van Hoek van Holland om 09:45 zag Barney Wright een groot schip in de Nieuwe Waterweg en besloot het aan te vallen. Hij ging in een duikvlucht van ruim 2,100 naar 900 meter met een snelheid van 740 kilometer per uur. Het schip—de Wachtel—leek steeds dichterbij te komen. Hij hield de schoorsteenpijp in zijn vizier, drukte de vuurknop en verzond zo acht raketten. Ooggetuigen zagen dat één van de raketten in de schoorsteen vloog—een voltreffer! Tot zijn stomme verbazing, kwam het schip in een noodvaart omhoog.
Wright had geen idee een munitieschip geraakt te hebben. Hij hoorde een enorme knal en het scheuren van metaal: zijn vliegtuig was zwaar beschadigd. Hij keek naar achteren en zag het exploderende schip. Uit één van de vleugels stroomde de benzine. Hij zag zich gedwongen een noodlanding te maken, want het was al te laat om met parachute uit zijn vliegtuig te springen. Hij landde op een langgerekte weide bij de Oostbuurseweg in Schipluiden, werd krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar Duitsland2 .
Maar wat gebeurde er op ’t Stort? Dit is het verhaal dat in mijn familie altijd werd verteld: ten tijde van de aanval op de Wachtel waren er twintig man aan het aardappel rapen. Niemand van die mensen raakte gewond maar alleen Henk, die nota bene binnen was in een stal de kalveren aan het voeren. Hij werd getroffen door een granaatscherf van het munitieschip dat ontplofte en was op slag dood.
Henks dood was een enorme slag voor zijn gezin, wat tot uiting komt in onderstaande rouwkaart:
De familie in Groningen kon niet komen naar de begrafenis vanwege de Spoorwegstaking. Zij plaatsten de volgende advertentie:
Lena de Bruin was bijna vijftig jaar oorlogsweduwe en in haar kamer hing een vergroting van Henks laatste pasfoto.
Madelein van Baalen,
dochter van Tiny van Baalen-van der Laan,
kleindochter van Hendrik van der Laan
Het complete verhaal van de ontploffing van de Wachtel kunt u hier lezen: De ondergang van de Wachtel
1Dit ligt tussen het terrein van de Synres en de Stormvloedkering, langs de Nieuwe Waterweg
2Bron: Beryl Salt (2015) A Pride of Eagles: A History of the Rhodesian Air Force, p 251 + 253