De Troposcatter site  te Hoek van Holland


Inleiding.

Hoek van Holland is tijdens haar 150 jarige bestaan als toegangspoort voor de Rotterdamse haven altijd van groot strategisch belang geweest. We vinden in het dorp aan de monding van de Nieuwe Waterweg nog vele zichtbare sporen van haar militaire geschiedenis. Zo vragen veel mensen, bezoekers van Hoek van Holland, bewoners op opvarenden van passerende schepen, zich af waar die vier ‘geheimzinnige’ grote schotelantennes voor dienen. Duidelijk zichtbaar steken zij boven de duinen uit en zijn vooral vanuit zee gezichtsbepalend voor het dorp. Heeft deze installatie te maken met een radiozendstation of een radarinstallatie? Nee, het is een voormalig militair relaisstation met straalzenders, ook wel “troposcatter” genoemd. De naam “troposcatter” duidt op de troposfeer en op rondstrooien. Het relaisstation is een overblijfsel van de Koude Oorlog en werd bediend door militairen van het Amerikaanse leger.
Begin 1967 werd begonnen met de bouw van het relaystation[1] in het Spanjaardsduin[2]. Het werd een zwaar beveiligd en geheim complex gelegen op militair terrein, zwaar beveiligd en aan alle kanten omgeven door een groot hek voorzien van bordjes “US property”.

Op 21 september 1967 werd de ‘microwave relay site’ of “troposcatter” operationeel, maar wat ging aan de plaatsing van deze geheime installatie te Hoek van Holland vooraf?

Aquarel Ad Kikkert. Duin met militaire installaties 1968

Het ontstaan van de “Koude Oorlog”.

In juni 1941 viel het Duitse leger de Sovjet Unie binnen. Hierdoor kwam Sovjet Rusland in het kamp van de geallieerde landen terecht. Na D-Day op 6 juni 1944 boekten de geallieerde legers overwinning na overwinning op het Duitse leger. Hierdoor ontstond de noodzaak om de situatie na de oorlog te bespreken.
In februari 1945 kwamen de drie leiders van Rusland, Groot Brittannië en de Verenigde Staten, te weten: Stalin, Churchill en Rooseveld bijeen in Jalta op het Krim schiereiland in de Sovjet Unie. Zij spraken over het trekken van de nieuwe grenzen door Europa.
Ook spraken zij over de toekomst van Duitsland en besloten het land na de capitulatie in vier sectoren te verdelen, een oostelijke sector onder controle van de Sovjet Unie en drie westelijke sectoren onder toezicht van Engeland, de Verenigde Staten en Frankrijk. Binnen de oostelijke sector lagen de landen welke waren ‘bevrijd’ door de Russische troepen. Dit werden vazalstaten waar op last van Stalin een volledig communistisch bewind werd ingesteld. Deze landen zouden tot het uiteenvallen van de Sovjet Unie in 1990/1991 onder communistische invloed staan.
De hoofdstad van het verslagen Duitsland, Berlijn, lag diep in de Russische zone. Deze stad werd ook verdeeld in vier sectoren. De stad werd bestuurd door vier militaire commandanten van de geallieerde legers. De samenwerking met de Russen verliep echter moeizaam en werd regelmatig door hen gefrustreerd waarbij zij de afspraken en overeenkomsten anders uitlegden of negeerden.

Conferentie te Jalta op de Krim. V.l.n.r. Churchill, Rooseveld en Stalin.

Tijdens de conferentie van Londen op 19 december 1947 werd zonder resultaat met de Sovjets onderhandeld over de verdere toekomst van het bezette Duitsland. Protesten van de westerse geallieerden werden stelselmatig verworpen. De spanningen tussen het vrije Westen en het Oostblok namen steeds verder toe. Men besloot nu om de drie westelijke zones van Duitsland samen te voegen onder één bestuur en snel een nieuwe valuta in te voeren in die westelijke zone. Hiermee zou het nieuwe West-Duitsland een democratisch en economisch blok vormen tegenover het communistische Oost-Duitsland.

Onder druk van Russische militaire dreiging werd op 17 maart 1948 te Brussel door Groot-Brittannië, Frankrijk en de Benelux-landen een verdrag gesloten tot wederzijdse militaire hulp indien één van hen zou worden aangevallen.

De samenvoeging van de westelijke zones en de invoering op 20 juni 1948 van de Duitse Mark als betaalmiddel voor die zones zorgde ervoor dat de Russen nu regelmatig het verkeer tussen de westelijke bezettingszones en Berlijn gingen hinderen. De toegangswegen naar Berlijn liepen door de Sovjet zone. Door afsluitingen van het weg-, water- en spoorwegverkeer isoleerde zij W-Berlijn. Ook besloten zij de energie leveranties aan W-Berlijn te stoppen. Zij wilde op deze wijze de geallieerden dwingen hun sectoren in Berlijn te verlaten om zo de hele stad in handen te krijgen.

De geallieerden commandanten besloten nu om een luchtbrug te openen op W-Berlijn om op deze wijze de westelijke sector van levensmiddelen, brandstof en verdere noodzakelijke artikelen te voorzien. De luchtbrug duurde van 25 juni 1948 tot 12 mei 1949. Toen de Russen merkten dat hun isolatiepolitiek niet werkte werden, in overleg met de Verenigde Staten, de blokkades opgeheven.

Als gevolg van al die toenemende spanningen tussen de twee machtsblokken sloten de Verenigde Staten en de verdragslanden op 4 april 1949 een militair verbond, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, NAVO.

De Koude Oorlog was begonnen en zou voortduren tot het uiteen vallen van de Sovjet Unie in 1989. De spanningen tussen de twee machtsblokken werden verder versterkt door diverse invallen van Russische troepen in die Oostblok landen waar de bevolking in opstand kwam tegen hun communistische regimes. Het gevolg was een toename van Amerikaanse militairen in West Europa. Hierdoor ontstond in de Westerse Wereld de behoefte aan meer, veiliger en snellere mogelijkheden om te communiceren tussen de militaire hoofdkwartieren.

De Koude Oorlog bracht ook voor Nederland als NAVO lid consequenties met zich mee. Men moest drie mobilisabele divisies gereed houden, waarvan één parate divisie. De Noord-Duitse laagvlakte, onder andere de Lüneburgerheide, tegen de grens met Oost-Duitsland werd aangewezen als mobilisatie bestemming voor het Nederlandse leger. Hun taak was het opvangen van een eventuele aanvalsgolf van het Sovjet-Russische leger. Veel Nederlandse dienstplichtige militairen zouden daar worden gelegerd of regelmatig voor oefeningen naar dit gebied gaan.

Ondertussen had de Sovjet Unie naast de Verenigde Staten ook de beschikking gekregen over een atoombom. Verder waren zij bezig met de opbouw van een grote koopvaardij- en vissersvloot en een krachtige oorlogsvloot. De koopvaardij en vissersschepen werden voorzien van moderne elektronica ten behoeve van spionage doeleinden en voeren regelmatig op de Noordzee en naar de haven van Rotterdam.

Hoek van Holland tijdens de Koude Oorlog.

Direct na de bevrijding in mei 1945 was men begonnen met het ontmantelen van het Duitse militaire stellingen binnen de “Festung Hoek van Holland”. Dat betekende het verwijderen van alle soorten wapens en munitie, het opruimen van alle soorten mijnen, het inventariseren van voorraden, onder ander voedsel en brandstof en het slopen van obstakels en Duitse verdedigingswerken, zoals bunkers. Deze werkzaamheden zouden geruime tijd duren.

In het kader van de spanningen tussen het West- en Oostblok werden in het strategisch gelegen Hoek van Holland al in 1945 de nodige militaire maatregelen genomen.

De kustverdediging bestond nu niet meer uit statische systemen zoals forten, kanonnen en bunkers, maar werd weer zoals vroeger uitgevoerd door de oorlogsvloot. Een nieuw element was hierbij de enorme toename van de elektronische systemen.
Het oude, uit 1889 stammende, kustverdedigingsfort werd met de omliggende terreinen, gebouwen en een aantal voormalige Duitse bunkers gereed gemaakt als accommodatie voor het op te richten marine ‘Commando Maas’. De eerste commandant van het commando werd de Kapitein-luitenant ter zee (KMR[3]) G. Quint.
De commandostructuur werd geleid vanuit het Ministerie van Marine[4] in Den Haag, Den Helder en de Van Ghentkazerne te Rotterdam.

Het commandement kreeg als taak:

1:  Het uitoefenen van controle op de scheepvaart

2:  Het zorgen voor bevordering en beveiliging van militaire operaties en transporten over

     zee en over land.

3:  Het beveiligen van militaire objecten.

Het vestingwerk werd nu ‘Marine kazerne Hoek van Holland’. Er kwam een uitgebreide telefooncentrale en een radiocommunicatiestation. Van hier uit had men onder andere dagelijks verbinding met het lichtschip Goeree, radio Scheveningen  en de seinpost Hoek van Holland. Veel van deze berichten, in het bijzonder de weerberichten, zond men door naar de militaire vliegvelden. De semafoor of seinpost Hoek van Holland werd bemand door marinepersoneel en deels ingericht voor allerlei vormen van elektronische communicatie ten behoeve van elektronische oorlogvoering.  Buiten de klassieke spionagemiddelen werd de elektronische oorlogvoering een alles overheersende factor (en is dat nog steeds).
Hierbij moet men denken aan het afluisteren en interpreteren van alle elektronische signalen. Dus niet alleen telefonie en telegrafie maar ook faxverkeer,  telex, sonar, maar ook signalen die te maken hadden met vuurleidingssystemen (verschillende vormen van volgradar).

In het Spanjaardsduin werden twee leegstaande grote Duitse munitiebunkers van de batterij ‘Vineta’ omgebouwd tot respectievelijk commandocentrum en radiostation. Vanuit de seinpost en het fort werden in 1953 telefoon en telexlijnen aangelegd naar deze twee bunkers. Ook werd er een aangepaste versie van de geheime codeermachine “Enigma”[5] geïnstalleerd. In de eerste bunker met de Duitse naam Hamburg werden alle scheepvaartbewegingen, zowel van de koopvaardij als van de marine, gemonitord en in kaart gebracht. In de tweede bunker met de Duitse naam Bremen werd een radiostation gevestigd, bemand door radiotelegrafisten en codeurtelexisten. Het marinepersoneel bestond uit mannen en vrouwen, de laatsten van de Marine Vrouwenafdeling (MARVA). In 1956 werd de eerste zeeradar op de seinpost geïnstalleerd. Hiermee kon men naast de reguliere scheepvaart in het bijzonder de Sovjet schepen volgen.

Zo werd het marine commando “Maas” een belangrijk steunpunt tijdens de Koude Oorlog. Deze belangrijke positie zou verder toenemen in 1967 met de bouw van de troposcatter, de in gebruik neming en de komst van een detachement Amerikaanse militairen. Dit was een uiterst geheim Amerikaans communicatie project in het kader van de NAVO activiteiten.

Het relay station of de troposcatter te Hoek van Holland.

Het relay station of de troposcatter te Hoek van Holland.

Het verzenden van berichten voor de NAVO en de Amerikaanse troepen in Europa, naar onder andere Amerika, gebeurde aanvankelijk via Frankrijk. Nadat Frankrijk, onder president de Gaulle, zich op 11 maart 1966 terugtrok uit alle militaire activiteiten van de NAVO en alleen politiek lid bleef besloot men het politieke hoofkwartier van de NAVO over te brengen van Parijs naar Brussel. Ook de telecommunicatie via Engeland naar Amerika moest nu worden herzien.

De berichtgeving vanuit West-Duitsland, Wiesbaden, naar de Verenigde Staten, Washington, werd nu via Nederland geleid. Men besloot in de duinen te Hoek van Holland een relaisstation met straalzenders, ook wel Troposcatter genoemd, te bouwen. De Troposcatter kreeg vier grote paraboolantennes, een grote loods bestaande uit golfplaten voor de vijf 30kw Jetta generatoren en een werkplaats voor het onderhoud en controle centrum. Hier lagen ook reserve delen opgeslagen. Buiten stonden twee grote brandstoftanks voor de noodgeneratoren. De site zorgde hiermee voor de eigen elektriciteit en gebruikte niets van het openbare netwerk. Twee antennes waren gericht op Brüggen in W-Duitsland en twee antennes op Martlesham Heath, een Royal Air Force basis in Engeland.

Het relay station werd bediend door Amerikaanse soldaten van de Alfa compagnie van het 447 Signal Battalion. Hun hoofdkwartier was in Prümm, W-Duitsland, gevestigd. Deze militairen waren overwegend jonge mannen, rond de 20 jaar oud. Onder hen waren gewetensbezwaarden die geen wapens wenste te dragen. Zij werden veelal om de paar maanden overgeplaatst naar andere locaties op de wereld, ook naar brandhaarden als Vietnam. De eerste eenheid in de Hoek stond onder commando van een Kapitein en een Staf Sergeant. Zij bestond uit een 15 man sterke onderhouds- en bewakingsploeg. De bewakingsploeg bestond uit ongeveer 10 man en draaide 24 uur in wisseldiensten. Zij waren uitgerust met waakhonden. De onderhoudsploeg bestond uit 7 specialisten, twee van hen waren 24 uur per dag op de site om de apparatuur te controleren en te bedienen.

Ook beschikte men over een NATO groene vrachtauto zonder opschrift. Het voertuig mocht van de Nederlandse regering geen militaire kentekens dragen. De manschappen mochten ook geen uniformen dragen. Zij hadden een burgerstatus en liepen in burgerkleding, vrije tijdskleding. Zij hadden geen opsporingsbevoegdheden en moesten in geval van onraad de Koninklijke Marechaussee te Hoek van Holland waarschuwen. Het werk van deze soldaten bestond dus uit wachtlopen en onderhoud aan apparatuur en materieel plegen.

Eén maal per jaar was er volgens de heer Heystek, buurman van het complex, inspectie door hoge Amerikaanse militairen. Zij kwamen met legerauto’s waarop de nodige sterren waren aangebracht. Ook vertelde hij dat de bewaking van het complex erg streng was en dat de buitenverlichting s’ avonds automatisch aanging. De troposcatter en directe omgeving baadden dan in het licht, zo ook het huis van de heer Heystek.

Bediening apparatuur relaystation Hoek van Holland.

De militairen woonden in de vakantiehuisjes naast café-restaurant “Zonnewende” aan de Schelpweg en in het ‘Koetshuis’ aan de Rietdijkstraat te Hoek van Holland. De soldaten aten in het restaurant gedeelte van het Koetshuis. In de weekeinden gingen de soldaten uit in de disco ‘Hotel America’ of in het café “t’ Fust aan de Prins Hendrikstraat. Hier zijn dan ook heel wat relaties ontstaan tussen de jonge vlotte Amerikaanse militairen en de Hoekse meisjes. Ook op het strand vermaakten zij zich met de Hoekse schonen. Uit een aantal vluchtige relaties ontstonden ook vaste relaties en een aantal Amerikaanse militairen trouwden met een meisje uit Hoek van Holland waarna de dames mee gingen naar Amerika.

Een van die soldaten, Rick Quirk, beschrijft dat zij vanaf de site een mooi uitzicht hadden op het Hoekse strand en dat zij het druk hadden om met verrekijkers de meisjes op het strand te observeren. Ondanks het feit dat de aanwezigheid van de Amerikanen geheim was zegt hij: “geloof maar dat de Hollandse jongens wisten dat de Amerikanen aanwezig waren want wij pikten hun vriendinnen in”. Rick ontmoette zijn eerste Russische militair in Hotel America. Dat was een Russische ambassade bewaker in Londen, die elk weekeind met de veerboot en de Russische trein naar huis ging[6]. Aanvankelijk mocht Rick hem niet maar na verloop van tijd werden ze vrienden en leerde hij alles van hem over het communisme. Rick Quirk nam aan het einde van zijn diensttijd te Hoek van Holland afscheid met de volgende woorden: “The Hoek was a great place. Unfortunately we had to leave”. Uit bovenstaande blijkt dat de Amerikaanse militairen een gemakkelijk en goed leven leidde in Hoek van Holland.

De werking van de troposcatter.

Het micro-wave systeem zorgde vanaf 1968 voor een uitvinding die het beste van twee radio frequentie gebieden moesten samenbrengen. Namelijk de gedragingen van een UHF (Ultra High Frequency) radiosignaal en een HF (High Frequency) radiosignaal. De troposcatter zendt en ontvangt microgolfsignalen over grote afstanden tot 200 mijl.

Een HF (Hoog Frequent signaal) draait om de aarde als een ‘golf’ doordat het botst tussen aardbodem en luchtlagen. De afstand is eigenlijk onbeperkt maar de diverse luchtlagen, de wisseling van dag en nacht en het weer hebben een sterke invloed op het signaal (storingen). Hoe hoger de frequentie hoe meer het signaal de neiging krijgt rechtdoor te gaan, afhankelijk van de richtingshoek van de schotelantenne, over de horizon of recht de ruimte in.

Een UHF of hoger (Ultra High Frequency) signaal gaat in een rechte lijn. Een dergelijk signaal is zeer zuiver en weinig storing gevoelig omdat het direct van A naar B gaat. Het nadeel is dat het niet over de horizon kan kijken dus is de reikwijdte, afhankelijk van de hoogte van de mast en waar hij staat, niet veel meer dan 30 tot 100 km.

Het idee was een frequentie te kiezen die een relatief grote afstand tussen A en B kon afleggen met zo weinig mogelijk golven tussen de luchtlagen en de aardbodem. Tegelijkertijd wilde men niet naar alle kanten uitzenden (makkelijker te onderscheppen), wat normaal gebeurd met een HF (Hoog Frequent) signaal waarbij een draadantenne wordt gebruikt. Deze antenne moet dan minimaal zo lang zijn dat het een ‘golf’ kan vangen, bij voorbeeld 5 meter (5 meter band). Een straalzender is dan alleen mogelijk als de schotelantenne groot genoeg is om het te ‘lange signaal’ te vangen zodat de golf die op je afkomt niet vlak voor je landt en over je heen stuitert. De signalen werden ontvangen in een zeer geconcentreerde stralingsbundel. De frequentie die de Amerikanen hiervoor gebruikten bevindt zich tussen de 1.5 en 2 Gigahertz. (1000.000.000 miljoen Hertz).

De radiosignalen van het zendstation gaan omhoog door de bovenste lagen van de laagste atmosfeer laag rond de aarde, de troposfeer. Zij komen dan in de tropopauze, de grens tussen de troposfeer en de stratosfeer. Hier worden de radiosignalen verstrooid (scatter) waarna zij weer worden opgevangen en gebundeld door het ontvangststation. De communicatie per troposcatter is veilig omdat de radiogolven moeilijk te zijn onderscheppen door vijanden.

Dit systeem van straalzenders werd overigens door de Amerikanen over de hele wereld toegepast. Vanuit iedere plaats waar zij een basis hadden. De hoek van aanstralen (gericht op de troposfeer, boven de tropen tot hoogten van 16 tot 18 kilometer en boven de poolgebieden tot 8 kilometer) bepaald de afstand naar de volgende ontvangst antenne.

De straalzenders staan dus op bepaalde afstanden van elkaar en op elkaar gericht. De verbinding vanuit de Verenigde Staten ging, met soortgelijke relay stations als in het Vineta duin, via Groenland, IJsland, Ierland, Engeland en als laatste Nederland naar Duitsland en terug.

Kaart van de westwaartse berichten route

De sluiting van het relaystation Hoek van Holland.

Het uiteenvallen van de Sovjet Unie in december 1991 betekende het einde van de Koude Oorlog. Hierdoor en door de moderne elektronica zoals verbindingen per satelliet werd het relais-station overbodig. Het station werd door de Amerikanen ontmanteld en in december 1992 verlieten de Amerikaanse militairen Hoek van Holland.
De troposcatter installatie en het terrein werden overgedragen aan het Nederlandse Ministerie van Defensie. Nadat het complex verlaten was begon de site te vervallen. Door dit verval kwamen er aluminium en ijzeren delen van de antennes naar beneden. Ook veroorzaakte de wind voor geluidsoverlast.

Defensie wilde het complex laten slopen en vroeg bij de gemeente Rotterdam een sloopvergunning aan. Er ontstond nu een discussie tussen voor- en tegenstanders van de sloop. Het resultaat van de discussie was, dat de gemeente Rotterdam op advies van het gemeentelijk project bureau Waterweg en de Deelgemeenteraad geen sloopvergunning afgaf. Men wilde de troposcatter als markant ‘landmerk’ van Hoek van Holland behouden. Aanvankelijk wilde defensie de sloopprocedure doorzetten maar besloot in augustus 2001 dat de installatie niet zou worden gesloopt, mede in verband met een vleermuizenkolonie die er een winterslaap hield. Wel sloopte men de loods, waarin asbest zat, en de brandstoftanks waarvan de wanden waren doorgerot.
Het ministerie droeg op haar beurt de troposcatter weer over aan de dienst der Domeinen, het Rijks vastgoedbedrijf. Het complex werd nu verlaten en begon te vervallen. In 2003 kwam het beheer van het duingebied in handen van de Stichting Zuid-Hollands Landschap (ZHL).

Eind februari 2007 werd het ‘Vinetaduin’ als onderdeel van het natuurgebied ‘Kapittelduinen’ overgedragen aan het ZHL die daarmee het eigendom en beheer kreeg inclusief de troposcatter. Er kwam nu overleg wie het beheer van de schotels op zich zou nemen.

De Stichting Militaire Erfgoed wilde zich inspannen voor de conservering en behoud van de troposcatter als herinnering aan de Koude Oorlogsperiode. Eind 2007 haakte de Stichting Militair Erfgoed af. Zij hadden geen geld genoeg om de troposcatter te conserveren. Ook ZHL beschikte niet over de nodige fondsen, zij stelden dat eventuele gelden voor de conservering beter konden worden besteed aan het natuurbeheer in het gebied.

Restauratie van de troposcatter.

Medio 2014 besloot de gemeente Rotterdam aan een schildersbedrijf te Hoek van Holland opdracht te geven om de troposcatter op te knappen. Op 1 oktober 2014 begon men met het roestvrij maken en het verwijderen van de losse delen van de installatie. Hierna werd de installatie behandeld met een speciale marine coating. Door deze maatregelen is de troposcatter behouden als uniek overblijfsel uit de Koude Oorlog en landmark van Hoek van Holland.

Met de sluiting van het Amerikaanse relay station kwam er een eind aan een meer dan honderd jarige militaire aanwezigheid van Nederlandse-, Duitse-, Britse- en Amerikaanse militairen te Hoek van Holland.


Bronnen:

Rapport Koninklijke Marine, Commandant der Zeemacht in Nederland, d.d. 16-10-1963. m.b.t. Marinekazerne Hoek van Holland en Commandement Maas.

Internet site van het 447 Signal Battalion, US. Army in Germany 1945-1989. Gedeelte A-Company 22e Signal Group.

Internet Facebook pagina van de 532nd Signal Company Hoek van Holland, DCS.

Internet site ‘Forteninfo. Militair erfgoed in Nederland en België. René Ros.

Uitleg werking troposcatter, verklaard door Jos de Krom, voormalig radiotelegrafist Koninklijke Marine als zodanig werkzaam geweest in de bunkers Hamburg en Bremen.

Artikel uit Militairy & Aerospace, electronics, februari 2018.

Diverse krantenartikelen uit Algemeen Dagblad-Waterweg editie, Westlandse Courant, Vuurtoren en Hoekse Krant.

Afbeeldingen:

  1. Schilders aan de Nieuwe Waterweg, Maarten van der Schaft & Martha Vollering, pag. 145, nr. 186 Aquarel van Ad Kikkert, Duin met militaire installaties, 1968. Gemeentearchief Rotterdam.
  2. Officiële conferentie foto
  3. Troposcatterinstallatie, foto G. van Geffen.
  4. Bediening apparatuur troposcatter, openbare Facebookpagina 532nd Signal Company Hoek van Holland D.C.S.
  5. Illustratie werking troposcatter, Militairy & Aerospace, electronics, februari 2018.
  6. Kaart signaal bereik troposcatter Internet site 447th Signal Battalion.
  7. Restauratie troposcatter, foto G. van Geffen.

Hoek van Holland, 16 september 2017.

Dick Ruis,

Historisch Genootschap Hoek van Holland.


[1] steunzender

[2] Vinetaduin is Duitse naam.

[3] Koninklijke Marine Reserve

 

[4] Tot 1959 daarna Ministerie van Defensie.

[5] Duitse uitvinding om berichten in code te verzenden.

[6] Hoek van Holland had een directe treinverbinding met Moskou.

WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com