Collectie Historisch Genootschap Hoek van Holland - H.B. den Breejen
De ondergang van de ‘Maja’
Geschreven door Simon Mostert
Hoek van Holland, 28 december 1945
De 2e wereldoorlog is net een paar maanden voorbij en de opbouw van Nederland is volop begonnen. Zo ook in Hoek van Holland, waar Rijkswaterstaat bezig is met het herstellen van de pieren en de oevers.
Het is 28 december 1945 dat het 550 ton metende binnen(sleep)schip *) ‘Maja’ geladen met 120 ton Basaltsteen afgemeerd ligt aan de ‘steensteiger’ in de Nieuwe Waterweg om gelost te worden.
Aan boord is het gezin van de familie Griep, t.w. De Schipper eigenaar Marinus Gerard Griep, zijn vrouw Maaike, hun 2 zonen Jan en Gerard en 3 dochters, Maaike, Adriana en Dirkje. Het weer is onstuimig en de wind uit het Zuid-Westen kon zomaar ruimen naar het Noord-Westen.
Het weer verslechtert
Op Vrijdag 28 december om 10:00 uur wordt er begonnen met het lossen van de steen en het schip zou vermoedelijk de volgende dag om 17:00 gelost moeten zijn. In de loop van de vrijdag verslechterde het weer en trok de wind aan.
De temperatuur op 28 december 1945 lag tussen 3,0 °C en 11,4 °C en is gemiddeld 6,1 °C. Er is 19,9 mm neerslag gedurende 7,3 uur. De gemiddelde windsnelheid is 5 Bft (vrij krachtige wind) en kwam overheersend uit het west-zuid-westen. (Bron:KNMI (weerstation de Bilt)
Omdat het weer verslechterde en hij het niet vertrouwt stuurt de heer Griep zijn zoon Jan naar de Berghaven om de daar aanwezige ‘sleepboten’ te verzoeken het schip te verhalen naar de Berghaven. In eerste instantie hadden de schippers op dat moment bezwaren omdat de windkracht inmiddels orkaankracht is geworden en het feit dat dat het donker is geworden en de vloed er in zat, ook het verhalen van het sleepschip is op dat moment niet zonder gevaar. Zoon Jan gaat daarop weer naar de ‘steensteiger’ om aan boord te gaan. Later varen toch de ‘Achilles’ en ‘Noes’ uit de Berghaven om een poging te wagen het schip naar de Berghaven te slepen.
Terwijl de sleepboten in de nabijheid van de ‘Maja’ zijn, maakt het schip al water, vermoedelijk door het lek stoten en zinkt vrijwel onmiddellijk. Op dat moment zijn de moeder en 2 dochters nog aan boord. De schipper, zijn zoon Jan en zijn dochter raken te water en in een verwoede poging hebben de schipper en zijn zoon Jan, zich vasthoudend aan een houten paal, hun dochter en zusje Maaike nog een tijd bij zich kunnen houden, maar door de kou en golfslag verliezen zij de grip op hun dochter en zusje. Even later kreeg hij haar toch weer in handen, maar vermoedelijk is zij toen al overleden. Later is zijn dochter door de bemanning van de ‘Noes’ aan boord genomen om naar de Berghaven te brengen, waar dokter Knip, de Hoekse huisarts, de dood constateert en wordt zij overgebracht naar het lijkenhuisje op de algemene begraafplaats te Hoek van Holland.
De ‘Maja’ wordt gelicht
September 1946
Het schip wordt in september 1946 gelicht en de duiker vindt de stoffelijke overschotten van de vrouw en dochter in het wrak van de ‘Maja’.
In 2017 heb ik nog een gesprek gehad met zoon Jan Griep, die toen in Limburg woonde. Ik vroeg hem waarom het zolang heeft geduurd eer het schip gelicht is. Hij vertelde dat er na de oorlog vele schepen gezonken waren, die de toegang van en de ligplaatsen in de Rotterdamse haven blokkeerde en dat prioriteit had. Omdat er toen nog geen ‘kikvorsmannen’ waren moest er gedoken worden met een standaard duikpak en hiermee is het niet mogelijk om in een schip te kunnen zoeken.
*) Een sleepschip is een binnenschip, dat gebouwd en bestemd is om te worden gesleept. Het heeft geen eigen motor voor de voortstuwing.