De kaping van het vrachtschip ss. AIZKORI MENDI.


Dit is het verhaal van de ontvoering van drie Nederlandse- en drie Spaanse mannen aan boord van het Spaanse vrachtschip ss. Aizkori Mendi. Het schip werd door haar bemanning gekaapt en van Rotterdam naar Spanje gebracht om zich daar over te geven aan de rebellen van generaal Franco.

Spanje was sedert 17 juli 1936[1] gewikkeld in een felle burgeroorlog tussen regeringsgetrouwe troepen en opstandelingen onder leiding van generalissimo Francisco Franco, die zich op 1 oktober 1936 had laten uitroepen tot het staatshoofd van Spanje.

Mede door deze strijd en het feit dat de eigenaar van het schip, de rederij “Cie. Navigation Sota y Aznar uit Bilbao, bleef varen voor de officiële Spaanse regering was het schip al lange tijd niet meer in een Spaanse haven geweest. Men wilde voorkomen dat het schip in handen van Franco zou vallen. Toen Bilbao in handen van de Franco opstandelingen was gevallen verplaatste de rederij het kantoor naar Londen.

Op vrijdag 3 september 1937 lag de Aizkori Mendi afgemeerd aan boei 7 in de Maashaven te Rotterdam. Het schip was op 17 augustus 1937 aangekomen in de Rotterdamse haven met een lading graan uit Buenos Aires in Argentinië. Nadat de lading gelost was moest het schip worden verhaald naar de scheepswerf van Wilton Fijenoord te Schiedam voor enkele reparaties.

Een deel van de Spaanse bemanning was nog aan de wal toen het schip onder stoom werd gebracht en de sleepboten Achilles, kapitein Gastelaars en de Phoenix, kapitein Rietdijk, van L. Smit & Co, Internationale sleepdienst vastmaakten aan het voor- en achterschip. Dat een deel van de bemanning nog aan wal was zou geen probleem zijn bij het verhalen van het schip naar Schiedam.

Kapitein Unzain en de havenloods Scheurkogel stonden op de brug evenals de waterklerk B. van der Heide en A.C. Andressen, kantoorbediende van de cargadoorsfirma Sir Ranon de La Sota. De loods vroeg aan de kapitein waarom er stoom was gemaakt. De kapitein verklaarde dat er slechts één ketel standby was. Later zou blijken dat alle stoomketels waren opgestookt. Ook bleek dat de Aizkori Mendi 1500 ton bunkerkolen en voor een maand proviand aan boord had.

Havensleepboten Achilles, Phoenix, Titan en Atlas.
                                      Havensleepboten Achilles, Phoenix, Titan en Atlas van L. Smit & Co, Internationale Sleepdienst.

Toen de roeiers de trossen hadden losgemaakt van de boeien begonnen de sleepboten het schip de Maashaven uit, de Nieuwe Maas op te slepen. De scheepstelegraaf stond op halve kracht. Om 15.30 uur was de sleep ter hoogte van de Parkhaven toen de bemanning de sleeptrossen kapte waardoor deze in het water vielen. Om te voorkomen dat zij in de schroeven terecht kwamen trokken de geschrokken sleepboot bemanningen de trossen snel aan boord. Kapitein Unzain gaf orders om de telegraaf op volle kracht voorwaarts te zetten. Hij trok zich niets aan van het protest van de loods en de Aizkori Mendi voer volle kracht richting Hoek van Holland. Loods Scheurkogel probeerde de telegraaf op stop te zetten. Dat werd hem door de kapitein met geweld belet.

De kapitein van de sleepboot Phoenix wist zo dicht langszij van het vrachtschip te komen dat men probeerde een ladder tegen de scheepswand te zetten. Zodat de drie Nederlanders van het schip afkonden komen. Aan de reling van het vrachtschip stonden echter matrozen die met stukken hout in hun handen een dreigende houding aannamen. De Phoenix moest het vrachtschip laten gaan omdat het te gevaarlijk werd. Het schip maakte steeds meer snelheid.

De sleepboten voeren hierna snel naar de wal waarna een sleepbootkapitein direct per telefoon de rivierpolitie en de havendienst waarschuwde. De gemeentelijk havenmeester A. Kortlandt nam onmiddellijk telefonisch contact op met het Departement van Defensie. Hier gaf men de mijnenlegger Hr. Ms. Medusa, die in de haven van Vlissingen lag, opdracht om direct uit te varen om de Aizkori Mendi op te sporen, aan te houden en de drie Nederlandse opvarenden van boord te halen.

ss. Aizkori Mendi
                                                                   ss Altuna Mendi (1922), Azkori Mendi (1937), Monte Teide (1939).

Aan boord van het vrachtschip zei kapitein Unzain tegen de drie Nederlanders dat: “Als er op zijn schip geschoten zou worden hij er niet zeker van zou zijn wat er dan kon gebeuren. In het gunstigste geval zouden de Nederlanders mee naar Spanje gaan”.

Door de dreigementen van de kapitein waren de mannen bang geworden dat zij, bij gebruik van geweld door de autoriteiten, in zee zouden worden gegooid.

Ook waren er nog drie bemanningsleden, een stoker, stuurmansleerling en een leerling machinist, die niet mee naar Spanje wilden. Zij werden opgesloten in een hut. Later bleek dat een dag voor het vertrek de vrouwen van de kapitein en de 1e stuurman aan boord waren gekomen.

Vanaf de wal was inmiddels het kantoor van de Scheepsagentuur Dirkzwager te Maassluis gewaarschuwd. Omstreeks 17 uur kwam de Aizkori Mendi ter hoogte van Maassluis. Hier kwam een motorbootje van Dirkzwager, met douaneambtenaren aan boord, de haven uit. Het scheepje voer langszij mee en probeerde met fluitsignalen het schip te laten stoppen. De bemanning van het vrachtschip stond aan de reling en zong Spaanse liederen. Het schip had door de ebstroom nog meer snelheid gekregen waardoor het scheepje niet mee kon komen.

Ook op de post Hoek van Holland van Dirkzwager was inmiddels alarm geslagen. Hier maakte men de motorboot Reporter gereed. Politie inspecteur De  Pous, chef politie Hoek van Holland, een politieagent bewapend met pistool, een sergeant van de militaire politie bewapend met een karabijn en de loodscommissaris stapten aan boord. Hierna voer de Reporter naar de Aizkori Mendi en probeerde langszij van het vrachtschip te komen. Door de hoge snelheid van het schip lukte dat niet. Andressen stond op de brug van het schip en gebaarde naar de mannen op de Reporter terwijl hij door een megafoon riep: “ Niet schieten”. Op de Reporter verstond men dit niet maar ze begrepen uit de gebaren dat de Hollanders bij de loodsboot zouden worden afgezet.

motorvaartuig de Reporter
                                                     Motorvaartuig de Reporter van Dirkzwager aan het steiger te Hoek van Holland.

Het Spaanse vrachtschip voer nu op volle kracht tussen de pieren van de Nieuwe Waterweg door op weg naar zee. Aan boord liet de kapitein aan Andressen een brief van de rederij uit Londen lezen waarin stond dat de kapitein en bemanning waren ontslagen. Die brief was een dag eerder door Andressen aan de kapitein gegeven. De bemanning had namelijk nieuwe looneisen aan de rederij gesteld waaraan de rederij niet wilde voldoen. Kapitein Unzain liet weten dat hij en de bemanning door het ontslag zonder werk waren en hun gezinnen niet meer konden onderhouden. Hij zou het schip naar Bilbao brengen en het daar aan Franco[1] geven. Zij hoopten hierdoor door Franco te worden beloond en in dienst te worden genomen.

Net buiten de drie mijl zone, vlak bij loodsboot 18 die bij de Westpost kruiste, minderde de Aizkori Mendi vaart en stopte. De loodsboot was inmiddels via de radioverbinding op de hoogte gebracht. De kapitein liet de Franco vlag en de loods afhaal vlag hijsen.

Hierna werden de drie Nederlanders en de drie Spaanse bemanningsleden van boord gehaald en naar de loodsboot gebracht. De drie Spaanse bemanningsleden hadden kort daarvoor van de kapitein hun volle gage[2] uitbetaald gekregen.

Vervolgens maakte het Spaanse vrachtschip vaart en verdween om de zuid in de richting van het Kanaal.

Stoomloodsvaartuig nr. 18 .
                                                                                                        Stoomloodsvaartuig nr. 18 .

De loodsboot voer nu naar Hoek van Holland waar de Nederlanders en de Spanjaarden van boord werden gehaald en door de politie inspecteur De Pous en de loodscommissaris werden gehoord. Vervolgens namen de drie Nederlanders de trein naar Rotterdam terwijl de drie Spaanse bemanningsleden door de Rivierpolitie werden meegenomen en met de politieboot naar Rotterdam werden gebracht. De mijnenlegger Hr. Ms. Medusa was inmiddels terug geroepen naar Vlissingen.

De Spaanse bemanningsleden mochten, na verhoor, op eigen gelegenheid naar Spanje reizen.

Uit het politie onderzoek bleek dat er aan boord van het Spaanse vrachtschip muiterij was uitgebroken. Een deel van de bemanning schaarde zich achter de wettige Spaanse regering en het andere deel schaarde zich achter de opstandige Generalissimo Franco. Omdat het schip onder stoom lag en sleepboothulp had om op de rivier te komen besloten de aan boord gebleven, Francogezinde, bemanningsleden naar zee te vertrekken. Om het geheel geloofwaardig te maken had de kapitein het verhalen naar de werf van Wilton Feijenoord te Schiedam voor kleine reparaties aangevoerd omdat het schip gewoonlijk daar repareerde en dat zonder de dure havengelden van Rotterdam kon.

Welke groep van de bemanning in Rotterdam was achtergebleven was onbekend. Zij zijn waarschijnlijk op eigen gelegenheid naar Spanje vertrokken.

Scheepsgegevens Aizkori Mendi:

Het vrachtschip  Altuna Mendi werd in 1922 gebouwd op de scheepswerf West Yard van J. Readhead and Sons Ltd. te South Shields, Engeland. Op 25 februari 1922 werd de het schip onder de naam Altuna Mendi te water gelaten. In maart 1922 was het schip gereed en werd overgedragen aan de eigenaar Cie. Navigation Sota y Aznar uit Bilbao, Spanje. Het schip was 6202 BRT groot, werd voortgestuwd door een heen en weer bewegende drievoudige expansiemotor van 448 pk en beschikte over één schroef, snelheid 10 knopen.

In 1936 voer het schip voor de Spaanse Republikeinse regering. Het werd een Spaans Republikeins gevangenisschip. Ook vervoerde het munitie en legermateriaal. In 1937 voer het schip weer voor de Cie. Navigation Sota y Aznar uit Bilbao, Spanje en werd omgedoopt tot Aizkori Mendi. In september 1937 werd het schip te Rotterdam gestolen door een gedeelte van de bemanning en naar Spanje gebracht. Waar het onder gezag van generaal Franco kwam. In 1939 werd de eigenaar Naviera Aznar SA. Te Bilbao. Het schip werd omgedoopt tot Monte Teide.Op 16 januari 1967 werd de Monte Teide gesloopt te Santander, Spanje.

Het ontbreken van machtsmiddelen ter beveiliging van de zeegaten.

Omdat de kapitein en bemanning van de Aizkori Mendi door de eigenaren van het schip waren ontslagen hadden zij geen zeggenschap meer over het schip. Toen de kapitein en bemanning het schip buiten bereik van de rederij brachten maakten zij zich schuldig aan diefstal van het vrachtschip.

De Nederlandse havenloods, waterklerk en kantoorbediende en de drie Spaanse bemanningsleden werden door kapitein en bemanning wederrechtelijk van hun vrijheid beroofd en bedreigd. De kapitein van de Aizkori Mendi heeft niet voldaan aan de sommatie van het bevoegd gezag om het schip te stoppen.

Na de vernedering van het gezag van de Staat tijdens het voorval met het  vrachtschip Aizkori Mendi kwam er al snel in de dagbladen commentaar en kritiek op de gijzeling van de drie Nederlandse burgers aan boord van het Spaanse schip en het onvermogen van de Nederlandse staat om het schip tot stoppen te brengen. Zelfs in een aantal dagbladen in Nederlands Indië werd de gebeurtenis uitgebreid besproken.

Zo lezen we in het dagblad “Nieuws van den Dag voor Nederlands Indië”: “De vlucht van een buitenlands schip over een van onze belangrijkste vaarwegen, de machteloosheid van de politieboot die het schip niet eens in kon halen, de afwezigheid van elk machtsmiddel om dit Spaanse schip te tonen dat de Nederlandse Leeuw nog iets anders kan dan brullen van spijtigheid. Dit alles is zo’n eigenlijke blamage, dat elke rechtgeaarde Nederlander van schaamte het bloed naar het hoofd stijgt. Dit kán toch maar, in het hart van Nederland – is er soms nòg meer nodig om ons volk wakker te schudden?!”.

Op het moment van de kaping was het enige beschikbare oorlogsschip, de mijnenlegger Hr. Ms. Medusa te Vlissingen gestationeerd en dus te ver weg. De politie te Rotterdam had geen adequate middelen om zo’n groot schip tot stoppen te dwingen.

Het kustverdedigingsfort te Hoek van Holland had sedert 1927 geen vaste bemanning meer. Er waren slechts een paar militairen van het Korps Politietroepen voor de bewaking van het vestingwerk. Hierdoor was het niet mogelijk om het geschut van het fort te gebruiken om het schip te stoppen.

Deze gebeurtenis was een symptoom van een jarenlange verwaarlozing door bezuiniging van ’s-Lands defensie. Wilde men de ingang van de Nieuwe Waterweg en daarmee de toegang tot de Rotterdamse haven beschermen dan zou de marine een schip moeten leveren welk à la minute kon wegvaren en voor het gevecht gereed was. Wil men deze maatregel goed doorvoeren dan kon men met één schip en bemanning niet volstaan. Het laten overkomen van enkele torpedojagers uit Nederlands Indië bood geen oplossing omdat men die schepen, gezien de internationale toestand, daar niet kon missen.

Mogelijk moest Nederland ook oorlogsschepen leveren aan een internationale vloot in de Middellandse Zee om daar de belangrijke vaarroutes te beschermen. Nederland kon hieraan niet voldoen wegens gebrek aan oorlogsschepen. De marine was dus ook niet in staat om voor permanente bewaking van de Nieuwe Waterweg te zorgen.

Te nemen maatregelen ter handhaving van het overheidsgezag.

Naar aanleiding van de ontstane commotie had de minister van Defensie de eerste maatregelen genomen om herhaling van het voorval te voorkomen. Hij liet in een brief aan de hoofdcommissaris van politie te Rotterdam weten dat vanaf 14 september 1937 één der loodsvaartuigen voor de mond van de Nieuwe Waterweg zou worden uitgerust met een kanon van 3.7 cm en een radio-telefoontoestel met golflengte 177 M. Het kanon zou worden bediend door een marine-kanonnier.

De Indische Courant, 22-09-1937.
                                     Bewapenen loodsboot.   De Indische Courant, 22-09-1937.

Indien een particulier vaartuig zich op de Maas of de Nieuwe Waterweg aan strafbare handelingen schuldig had gemaakt en zich aan de politie trachtte te onttrekken zou allereerst  het vaartuig door een politieboot moeten worden gevolgd. Indien daarbij ingrijpen met de sterke arm door het loodsvaartuig onvermijdelijk was dan moest deze zaak aan de chef van de Marinestaf te ’s-Gravenhage worden gemeld met vermelding van nationaliteit, naam en uiterlijke kentekenen van het verdachte schip. Als deze autoriteit de maatregel nodig vond dan zou namens de minister van Defensie de nodige bevelen aan het loodsvaartuig worden gegeven.

De minister van Defensie vaardigde nu een uitvoerige bijzondere instructie uit voor de schipper van het loodsvaartuig op kruispost voor de Nieuwe Waterweg en voor de onderofficier-kanonnier der Koninklijke Marine gedetacheerd op een loodsvaartuig op post voor de Nieuwe Waterweg. Via de Semafoor te Hoek van Holland zouden de gegevens van het verdacht schip worden doorgegeven aan de schipper van de loodsboot met de opdracht om maatregelen te treffen om dat schip aan te  houden. Bij normaal weer moest dat ongeveer 500 meter buiten de kop van de Zuiderpier gebeuren. Vervolgens hees de loodsboot seinvlaggen met het naamsein van het verdachte schip en het sein: “O.L.” = draai bij of ik open vuur op u. Bij slecht weer moest het schip worden teruggebracht in de Nieuwe Waterweg om daar voor anker te gaan. Aan het schip moest worden meegedeeld dat, bij het niet opvolgen van de bevelen, er zal worden geschoten. Alles in afwachting van een politieboot die langszij van dat schip zou komen. Als het verdachte schip weigerde de bevelen afkomstig van de loodsboot op te volgen zou een schot met scherp voor de boeg van dat schip gegeven worden. Indien men daar niet op reageerde zou men een schot met scherp op de brug van dat schip geven. De onderofficier-kanonnier van marine was, voor de tijd dat hij aan boord van de loodsboot is gedetacheerd, ook onbezoldigd Rijksveldwachter en daardoor bevoegd om met wapengeweld behulpzaam te zijn bij de handhaving van het wettig gezag.

Ook een maatregel op korte termijn was het zo snel mogelijk bemannen van het “Fort aan den Hoek van Holland”  zodat men dag en nacht passerende schepen met het geschut van het fort tot stoppen kon dwingen. Om dat mogelijk te maken kwamen op 29 maart 1938 de manschappen van de 4e schoolcompagnie, Regiment Kustartillerie, na hun opleiding te Vlissingen naar Hoek van Holland. In het fort maakte zij onmiddellijk de C-koepel gevecht gereed. Deze draaibare pantserkoepel beschikte over twee kanonnen van 15 cm en kon pantser- of brisantgranaten van 51 kg afvuren. Naast de koepel stond een groot zoeklicht. De koepel zou dag en nacht worden bemand door de koepelwacht zodat men onmiddellijk kon vuren.

Koepel C, 15 cm. Fort Hoek van Holland.
                                                                                                  Koepel C, 15 cm kanonnen. Fort aan den Hoek van Holland.

Hiermee werd voldaan aan datgene wat onder anderen geschreven werd in het dagblad: “Het Nieuws van de Dag voor Nederlands Indië”, te weten: “De enige maatregel die men in de overgangsperiode kan nemen en wel direct, is het bemannen van het kustfort te Hoek van Holland zodat dit dag en nacht gereed zou zijn om een schip dat ons gezag tart, te genezen van de dwalingen zijns weegs”.

Verder werd op de begroting van het ministerie van Defensie voor 1938 een post opgenomen voor de bouw van drie bewakingsschepen voor bewaking en neutraliteitshandhaving van de territoriale wateren. Deze schepen moesten ruim voldoende snelheid kunnen maken om vrachtschepen te kunnen inhalen en tot stoppen te dwingen.

Ook de politie moest betere middelen krijgen, namelijk behoorlijk bewapende en snel varende motorboten. Er was er één in aanbouw voor de noordelijke zeegaten. Een boot die een snelheid van 22 mijl per uur kon bereiken. Zulke schepen moesten er ook komen voor de bewaking van de Nieuwe Waterweg.

Met de ontsnapping van de Aizkori Mendi en bemanning aan het Nederlandse gezag eindigde dit verhaal in Nederland. Het schip bereikte veilig de haven van Bilbao. Hier gaf kapitein Unzain schip en bemanning over aan generaal Franco waarop de Aizkori Mendi voor de rebellen ging varen. Het schip vervoerde veel wapens en munitie vanuit Italië naar Spanje. Italië werd in die tijd geregeerd door de fascist Benito Mussolini, een geestverwant van Francisco Franco

Na het voorval met het ss. Aizkori Mendi heeft een dergelijke gebeurtenis zich in Nederland nooit meer voorgedaan.

[1] Generalissimo Franco, leider der revolutionairen.

[2] loon

[1] Van 17 juli 1937 tot 1 april 1939.

Bronnen:

Archief St. Fort a/d Hoek van Holland/bunker Bremen.

Schrijven van het Departement van Defensie, IIe afd. A. No.121, d.d. 11 september 1937 aan de hoofdcommissaris van politie te Rotterdam, met de bijlagen “Bijzondere instructies voor de schipper van het loodsvaartuig en de onderofficier-kanonnier van de marine”.

Schrijven van de Hoofdcommissaris van politie te Rotterdam L. Einthoven  d.d. 14 september 1937 aan de Inspecteur van politie te Hoek van Holland met een afschrift van de bijzondere instructies voor de schipper van het loodsvaartuig en de marine kanonnier.

Schrijven van het Departement van Defensie, Geheim, nr. B.191. d.d. 16 september 1937 aan de chef Generale Staf, m.b.t. de permanente bezetting van de kustforten.

Schrijven van de Inspecteur der Artillerie, Geheim, nr. 854 G. m.b.t. de bewapening van de loodsboten en/of bewakingsvaartuigen en kustverdedigingsbatterijen en de bemanningen daarvan.

Schrijven van de Chef van de Generale Staf, Geheim, nr. 4052, d.d. 17 december 1937 aan de Minister van Defensie, m.b.t. permanente bezetting van de kustforten.

Dagbladen: Via internetsite: Delpher.nl. Diverse dagbladen uit september 1937, o.a:

De Maasbode, 04+6-09-1937. Haagsche Courant, 04-09-1937. Het Vaderland, 04+6-09-1937. De Standaard, 04-09-1937, de Tijd, 04-09-1937. De Nederlander, 04-09-1937. Delftse Courant, 04-09-1937. Arnhemse Courant 06-09-1937.

Indische dagbladen o.a.:

Algemeen Handelsblad voor Nederlandsch Indië, 17-09-1937. Het Nieuws van den Dag voor Nederlands Indië, 14-09-1937. Deli Courant, 17-09-1937. Bataviaans Nieuwsblad, 21-09-1937. Indische Courant, 22-09-1937.

Foto’s:

Foto havensleepboten: Internet kustvaartforum.com

Foto Aizkori Mendi: Tynebuildships.co.uk>A-Ships/altunamendi1922.  Rui Amaro.

Foto motorboot: “Reporter”, collectie H. v.d. Lugt

Foto Stoomloodsvaartuig nr. 18, collectie H. v.d. Lugt

Foto krant: “Indische Courant” d.d. 22-09-1937.

Foto C-koepel Fort, archief St. Fort a/d Hoek van Holland/bunker Bremen.

Hoek van Holland,  30 december 2020.

Dick Ruis,

Historisch onderzoeker St. Fort a/d Hoek van Holland/bunker Bremen, Historisch Genootschap Hoek van Holland.

WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com