Badkoetsen


Het strandleven in Nederland kwam pas na de Eerste Wereldoorlog op gang. In het begin van de jaren ’20 werd het steeds drukker op het Hoekse strand met mensen die verkoeling aan zee zochten.
Dhr. Th. J. van der Kleij sprong daar op in. Hij ‘liet een consumptietent bouwen en begon op zeer bescheiden schaal een particulier badbedrijfje’ *. Daarmee kwamen ook de eerste badkoetsen in de Hoek. Van der Kleij had zes fouragewagens aangekocht die het Duitse leger aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, na hun terugtocht door België, bij de grens met Nederland had achtergelaten. Deze liet hij ombouwen tot badkoetsen.

Jaap en Riek Monster vormden het personeel van deze eerste strandexploitatie. Riek exploiteerde de consumptietent, Jaap trok de koetsen met een paard het water in. Als teken voor de badgast die zich in de koets bevond dat deze ging rijden, gaf Monster een harde bons op het koetsje. Dit werd dan met de achterzijde, waar men uitstapte, naar zee gericht het water ingereden, zodat het ‘gedeeltelijk ontblote lichaam van de baders onttrokken [werd] aan de nieuwsgierige blikken van de wandelaars die zich op het strand bevonden’*.

AlbumGDAV-12.02-PrbkGonb-A6
Links wordt een koets het water ingetrokken. Collectie Henk van der Lugt

De badkoetsjes gaven het Hoekse strand een mondaine uitstraling, hoewel er in het gidsje ‘de Badplaats Hoek van Holland’ uit 1928 staat dat de Hoek geen mondaine badplaats was en ook niet wilde zijn: ‘in dit opzicht is het echt Rotterdamsch, dat het zich onmiddelijk richt naar het doel. In Rotterdam-stad – het werk. In Rotterdam aan zee – de rust’.

Het strand werd verdeeld in 2 delen: een afgesloten gedeelte dat gerund werd door het Gemeentelijk Badbedrijf en het zogenoemde Stille Strand dat doorliep tot de grens met ‘s-Gravenzande. Op het gedeelte links van de strandopgang  stonden de badkoetsen.

Hoek van Holland
In het midden van de foto de opgang naar het strand met daarlangs diverse strandtenten. Links daarvan de gebouwtjes van het Gemeentelijk Badbedrijf, daarachter   staan de badkoetsen  in 2 rijen. Verderop wordt de strandreddingboot van de Zuid Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen door paarden de zee ingetrokken. Rechtsonder de Paviljoensweg met het Paviljoen Rotterdam Aan Zee, daarnaast pension Sunny Home, beiden gesloopt in de oorlog. Foto Beeldbank NIMH

Het nemen van een bad kostte in 1928 tussen de uren van 11 tot half 6 fl. 0,35. Vóór 11 uur kostte het 20 cent en na half zes 10 cent. (Men kon een maandabonnement nemen voor 5 gulden, of een seizoensabonnement voor 10 gulden).
Voor het nemen van een gewoon bad had men 40 minuten de beschikking over een badkoets, voor het nemen van een zonnebad, dat 1 gulden kostte, had men 2 uur de beschikking over een koets.
In de koets hing een reglement, en een tas waar men de kleding in kon opbergen.

Het gemeentelijk badbedrijf in 1927. Links achter het jongetje Jan Mondt. Links onder op de foto is een ijzeren teiltje zichtbaar, hier stond water in waar men het zand van de voeten kon afspoelen voordat men de badkoets inging.
Het gemeentelijk badbedrijf in 1927. Links achter het jongetje zit Jan Mondt. Links onder op de foto is een ijzeren teiltje zichtbaar, hier stond water in waar men het zand van de voeten kon afspoelen voordat men de badkoets inging.
In dit geweldige filmpje uit het begin van de jaren ’20 op het strand van Hoek van Holland zijn de badkoetsen ook te zien.

Mobilisatie en Tweede Wereldoorlog
Tijdens de mobilisatie in de zomer van 1939 werden de koetsen nog gebruikt, het strand was gewoon te bezoeken. Op 1 november 1939 werd voor het gebied Hoek van Holland de Staat van Beleg afgekondigd. Naar aanleiding hiervan werd het strand tussen de Nieuwe Waterweg en het Slag Rechtestraat afgesloten en tot verboden gebied voor burgers verklaard.  Ook de pas geopende Strandboulevard werd afgesloten voor burgers.

De bemanning van Batterij VI, bij de seinpost, was gelegerd in de loods van het badbedrijf aan de Koning Willem III weg , die zij de badkoetsenloods noemden. Bij deze loods werden buiten het seizoen de koetsjes gestald. Ook werden er de houten politiepost van het kampeerterrein, de EHBO post, de plankieren etc. etc. opgeslagen.

Strozakken vullen tijdens de voormobilisatie in april 1939. De koetsjes staan opgesteld bij de loods van het Gemeentelijk Badbedrijf. Collectie Stichting Fort a/d Hoek van Holland
Strozakken vullen tijdens de voormobilisatie in april 1939. De koetsjes staan opgesteld bij de loods van het Gemeentelijk Badbedrijf. Collectie Stichting Fort a/d Hoek van Holland
De bemanning van Batterij VI bij de badloods. Achter hen liggen plankieren en skeletten van houten gebouwtjes opgeslagen. Collectie Stichting Fort a.d Hoek van Holland
De bemanning van Batterij VI bij de badloods. Achter hen liggen plankieren en skeletten van houten gebouwtjes opgeslagen. Collectie Stichting Fort a.d Hoek van Holland

In de zomer van 1940 komt het 115e Reserve Flakregiment naar Hoek van Holland. Zij stellen hun 88mm luchtafweerkanonnen op langs de Nieuwe Waterweg. Op onderstaande foto is zo’n kanon voor de badkoetsen zichtbaar.  Het 115e bleef tot 1941 in de Hoek.

Collectie Peter de Krom
Collectie Peter de Krom

In 1942 werd de Oude Hoek geëvacueerd en werden de huizen daar afgebroken. Ook de loods van het badbedrijf moest afgebroken worden en met inventaris weggehaald worden. Er werd opslagruimte gevonden bij een tuinder aan de Maasdijk, maar eind 1944 wist de bezetter de opslag te vinden. Ze begonnen stelselmatig hout te slopen om het te verstoken. In een brief uit december 1945, die door de chef van de hulpsecretarie gericht is aan de Rijkscommissie van Advies Inzake Wederopbouw, werd aangifte gedaan van de schade van de gemeentelijke bad-en strandexploitatie. De  bezetter nam alles van hout mee zoals de reddingvlet,  het waslokaal, kantoortje, toiletgebouwtje, de EHBO-post van het Stille strand, de politiepost van het kampeerterrein, plankieren, kleedcabines, maar ook een kachel, een urinoir, een gascomfort, dames-en herenbadpakken en zelfs damesbadmutsen…. Van de 95 koetsen werden er 50 compleet vernield, de andere 45 werden flink beschadigd. De totale schade werd geraamd op fl 160.919,-.

Jan Mondt bij de beschadigde badkoetsen na de oorlog. Deze stonden bij de gemeentewerf aan de Midden Scheepvaartstraat. Links op de foto gebouw Irene
Jan Mondt bij de door de bezetter beschadigde badkoetsen in de Kleine Schoolstraat kruising Midden Scheepvaartstraat. De koetsen stonden daar enige tijd opgeslagen op de Gemeentewerf. Links op de foto gebouw Irene, daarachter is een stukje van de kerk zichtbaar. Collectie Historisch Genootschap/ Aad van Dop.

In 1946 werd het strand door de militaire autoriteiten weer vrijgegeven, maar de badkoetsen die nog enigszins in goede staat waren, 30 stuks, waren nog niet te gebruiken. Wel waren er enkele kleedcabines beschikbaar voor de badgasten. In 1947 werden daarnaast 15 badcabines van een exploitant op Oostvoorne opgekocht. De koetsen werden nog tot begin jaren ’50 gebruikt als kleedcabines, ze werden niet meer gebruikt om mensen de zee in te rijden. Daarna verdwenen ze voorgoed van het strand.

De laatste badkoets
Voor de oorlog hadden meerdere mensen een vakantiehuisje op de oude Hoek. Zo ook de Rotterdamse slagersfamilie van der Valk. Zij hadden een huisje aan de Strandweg, zo ongeveer waar men nu de parkeerplaats bij Ina’s patattent oprijdt, genaamd ‘Klein Valkenduin’. Volgens Piet Heijstek gingen de medewerkers van het badbedrijf aan het eind van de werkdag wel eens een borreltje drinken bij de familie van der Valk.
In 1937 liet de zoon van deze familie een huis op de Paviljoensweg bouwen, genaamd ‘Duin en Zeezicht’.

Duin en Zeezicht op de Paviljoensweg. Collectie Henk van der Lugt
Duin en Zeezicht op de Paviljoensweg. Collectie Henk van der Lugt

In de oorlog werd dit huis, net als de rest van de Oude Hoek, gesloopt. Na de oorlog wilden zij daar weer een huis bouwen, maar dit mocht niet vanwege de Kringenwet van het Fort (waarom het voor de oorlog wel mocht, en na de oorlog niet terwijl er geen kanonnen meer op het Fort stonden?). Ze mochten er echter wel een caravan neerzetten. Dit werden 2 badkoetsen, die ze via Jan Mondt hebben gekregen.

De familie van der Valk op hun stukje land aan de Paviljoensweg. Achter de badkoets zijn twee kanon van de saluutbatterij in het Vinetaduin zichtbaar. Foto Piet Heijstek
De familie van der Valk op hun stukje land aan de Paviljoensweg. Achter de badkoets zijn twee kanonnen van de saluutbatterij in het Vinetaduin zichtbaar. Foto Piet Heijstek
De twee badkoetsen op de Paviljoensweg zijn net zichtbaar onder het witte huisje op het duin. Collectie Henk van der Lugt
De twee badkoetsen op de Paviljoensweg zijn net zichtbaar onder het witte huisje op het duin. Collectie Henk van der Lugt


Later heeft de familie er een caravan bijgeplaatst. Na het overlijden van de familie bleef de caravan aanvankelijk staan voor de kleinkinderen. Omdat hij in de wintermaanden onbeheerd achter bleef en werd open gebroken door een zwerver, heeft Piet Heijstek de kleinkinderen verzocht hem weg te halen.
De koetsjes bleven staan. Ze stonden echter langzaam te verrotten. Uiteindelijk heeft Piet deze van het goede hout samengevoegd tot één koets. Deze staat heden ten dage nog steeds in zijn tuin, al is de toestand daarvan helaas ook zeer slecht.

De laatste badkoets bij Piet Heijstek in de tuin
De laatste badkoets bij Piet Heijstek in de tuin. Foto Annelies Visser

*Van Niet Tot Iet
Stadsarchief Rotterdam, 406-01 Archieven van de Hulpsecretarie Hoek van Holland 1907-1943 – Briefwisseling tussen de commissaris van Hoek van Holland en derden

WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com