Een militaire parade ter ere van de geboorte van prinses Irene
Op zaterdag 5 augustus 1939 is het feest in Nederland. Op die dag wordt namelijk prinses Irene geboren, en ook in Hoek van Holland wordt dat gevierd. Er is feest voor de Hoekse bevolking op een terrein aan de Rietdijkstraat, met oud-Hollandse spelen als touwtrekken, rijwielringsteken, kopje duikelen voor dames, appelhappen enzovoorts.
De vele militairen*, die sinds de voormobilisatie van 11 april 1939 in de Hoek aanwezig zijn, houden die dag aan de Badweg bij de strandopgang een parade ter ere van dit heuglijke feit.
Op 4 augustus vindt er een generale repetitie plaats, volgens een instructie van 1 augustus van de positiecommandant, overste J. van Leeuwen. De prinses wordt in de daaropvolgende nacht geboren, wat door een telefoontje aan de verschillende onderdelen bekend wordt gemaakt. Volgens die instructie vindt het ceremonieel van die dag plaats zoals is voorgeschreven voor de viering van een verjaardag van een lid van het Koninklijk huis. Alle commandanten van de aanwezige oorlogsonderdelen kunnen bij de overste hun felicitaties aanbieden, die hij aan het koninklijk huis zal overdragen. De instructie bepaalt dat eerst bij zonsopkomst op alle militaire gebouwen de vlag zal worden gehesen, en tevens in de kampementen van artillerie en de infanterie. Daarna wordt door de commandant van elk onderdeel de dagorder, dus het bericht van de geboorte, voorgelezen aan zijn manschappen, gevolgd door een toespraak.
De reserveluitenant Willy van de Poel van de 15e Reserve Grenscompagnie (15e Res. Gr. Cie) beschrijft deze feestelijke dag in geuren en kleuren. De compagnie verbleef in een tentenkamp op het terrein voor het fort. De algemene dagelijkse leiding van de compagnie was in handen van drie luitenants.
Eerst wordt van de Poel om kwart over drie wakker gemaakt door zijn mede-luitenant Cornelis de Jong, die door overste van Leeuwen was gebeld met het nieuws van de geboorte. Maar van de Poel schrikt zich rot. Hij denkt aan een landing van vijandelijke troepen en grijpt naar zijn wapen….ze besluiten om verder te slapen. De hele compagnie, nog onwetend van het nieuws, wordt om 6 uur wakker gemaakt door het blazen van de reveille. Iedereen komt stomverbaasd de tenten uit en staart perplex naar het fort; daar laat namelijk kapitein Daems van de Kustartillerie een groot koor van Kustartilleristen het Wilhelmus zingen. Toen daarna hun eigen kapitein als een razende kwam aangefietst met de kepi scheef op het hoofd, begonnen de soldaten door te krijgen dat er iets aan de hand was. Een kwartier later staat de compagnie aangetreden, ‘zooals ze nog nooit aangetreden was’, en na het hijsen van de vlag wordt hen door hun luitenants het nieuws verteld. Daarna klinkt bij hen ook het Wilhelmus.
Om half elf vindt op deze warme, zonovergoten dag de parade plaats aan de Badweg. Overste van Leeuwen neemt in zijn rol als parade-inspecteur de parade af.
Op de Strandboulevard, nabij het slag, wordt een hoornblazer van 2-II Regiment Kust Artillerie gestationeerd. Secties van in de Hoek aanwezige onderdelen staan opgesteld aan het begin van de Boulevard, parallel aan de Paviljoensweg.
Als overste van Leeuwen de Boulevard betreedt, geeft de hoornblazer het signaal ‘geeft acht’. Daarna wordt hij bij de overste toegevoegd. Deze inspecteert vervolgens de secties. Dit zijn:
Marine 2 secties
15e Res. Gr. Cie 3 “
Staf en Koepels (v/h Fort) 2 “
2-II Regiment Kust Artillerie 2 “
Batterij V 3 “
Batterij VI 2 “
Genie 1 “
Mil. Geneeskundige Dienst 1 “
Er wordt zoveel mogelijk kader (officieren en onderofficieren) bij de secties ingedeeld. De Militaire Geneeskundige Diensten van de diverse onderdelen worden bij elkaar ingedeeld in 1 sectie, en waren verzocht zo mogelijk een of twee brancards mee te nemen. Elke sectie van de Kustartillerie krijgt 1 of meerdere rijwielordonnansen toegedeeld.
Na de inspectie gaat de overste naar zijn plaats aan de Badweg waar hij de parade afneemt.
Er wordt door de Hoekse politie toezicht op het geheel gehouden.
Van de Poel herinnert zich niet veel van de parade, behalve dat hij vond dat het publiek zich ergerlijk gedroeg. Hij vertelt niet wat dit gedrag inhield, maar meldt wel dat hij kwalijk vindt dat de politie hier niet tegen optrad.
Die middag volgt het feest voor de burgerbevolking aan de Rietdijkstraat, en na een flinke onweersbui wordt de dag afgesloten met een Oranje-bal voor genodigden in Hotel Amerika.
—
Na de parade gaat van de Poel met zijn mede-luitenant naar Café-Restaurant Hoek van Holland waar ze de eerste borrel van die dag nuttigen. Er volgen er meer, waarna ze de mijnenveger Hr. Ms. Pieter Florisz bezoeken en een maaltijd van nasi goreng eten. Dan gaan ze terug naar het verlaten tentenkamp. Daar genieten ze van een oude klare, ‘en omdat je niet op een been kunt loopen nog een tweede en, daar driemaal nu eenmaal scheepsrecht is, nog een derde ook’. Daarna brengen ze per abuis een bezoek aan de mijnenveger Hr. Ms. Abraham van der Hulst, en daar wordt hen een ‘reuze lekker oud genevertje’ aangeboden. Het blijft niet bij één, met dezelfde redenering als hiervoor genoemd worden het er drie. Daarna terug naar de Pieter Florisz, waar een ‘plas snert en een berg nasi-goreng’ hen weer enigszins ontnuchtert.
Hierop volgt rond kwart voor drie, tezamen met enkele (onder)officieren van de schepen en de kustartillerie, een bezoek aan de feestelijkheden in het dorp. Ze worden door het burgercomité welkom geheten, en bekijken de oud-Hollandse spelen. Ze zijn blij als het afgelopen is, want ze zweetten heel wat af in de ‘langzamerhand gruwelijk geworden hitte’. Ze waren tevens zwart van het stof en ‘in onze ellende waren we allen zonder uitzondering volkomen ontnuchterd’. Ze houden bij een koud glas bier krijgsraad in Hotel Amerika en besluiten zich op te gaan frissen, om om zes uur weer bijeen te komen in Café Restaurant Hoek van Holland van van Nielen.
Terwijl ze daar zijn barst er een flink onweer los, en drinken daar op. Van Nielen biedt ze meteen de mogelijkheid tot een herhaling daarvan. Ze komen langzaam weer in de stemming van die middag, als van Nielen om vijf voor zeven vertelt dat de Hoek vanaf 19.00u drooggelegd wordt. Daarop besluiten ze de klok meteen stil te zetten; ’en dien avond werd het geen 19 uur’. Ze gaan nog naar het Oranje-bal in Hotel Amerika maar vinden daar niet veel aan. De luitenants brengen de Marine-mensen terug naar hun scheepjes, helpen ze daar nog met het leegmaken van een fles, en wandelen op een gegeven ogenblik terug naar het tentenkamp, ‘want’, zo zegt van de Poel, ‘ik weet beslist dat we onderweg, het kan niet anders dan onderweg geweest zijn, met ontroerende verbazing naar de verwijtende gezichten hebben gekeken van de twee groote volle manen, die ons pad verlichtten’.
Van de Poel besluit zijn relaas van deze dag met de volgende woorden: ’Ik hoop één ding, en dat is, dat uit bovenstaand verhaal nu niet wordt geconcludeerd, dat wij die dagen in dit hoekje van Holland in dronkenschap sleten. Dat zou een foutieve conclusie zijn…men vergete niet, dat…dit Hollandsche hoekje aan officieren tenminste niet veel te bieden had’. En een mede-luitenant, die deze dag elders was, voegde onder het verhaal toe : ‘en men vergete niet, dat schrijver dezes een tikje heeft overdreven. Het verhaal is mij van een andere zijde eveneens gedaan en het is mij gebleken, dat de graad van dronkenschap niet was bereikt. Ik zeg maar: als iemand verre reizen doet…’**
* Er zijn heel wat militairen in Hoek van Holland: het fort is bemand met soldaten van de kustartillerie, tevens zijn er soldaten van de kustartillerie gestationeerd in de Batterij V in het huidige Vinetaduin en Batterij VI in het Voorduin (deze laatste 2 verblijven in een tentenkamp bij Batterij V). Er zitten Mariniers in de barakken van de Rotterdamse Vacantie School aan de Langeweg en infanteristen van de 15e Reserve Grenscompagnie verblijven in een tentenkamp tussen het fort en de Waterweg. Ook liggen er diverse Marineschepen met hun bemanning aan de kade.
**Als iemand verre reizen doet, dan kan hij veel verhalen; uit een liedje met de naam ‘de reis van Jurriaan’: http://www.dbnl.org/tekst/veld072kunj01_01/veld072kunj01_01_0044.php
Bronnen:
Herinneringen aan de 15e Reserve Grens Compagnie
Archief stichting Fort a/d Hoek van Holland